Zoek woord marchand en gros heeft 6 resultaten
FR Frans NL Nederlands
marchand en gros (n) [commerce - femme] {m} groothandelaarster (n) {f} [commerce - femme]
marchand en gros (n) [commerce - femme] {m} koopvrouw (n) {f} [commerce - femme]
marchand en gros (n) [commerce - femme] {m} handelaarster (n) {f} [commerce - femme]
marchand en gros (n) [commerce - homme] {m} groothandelaar (n) {m} [commerce - homme]
marchand en gros (n) [commerce - homme] {m} koopman (n) {m} [commerce - homme]
FR Frans NL Nederlands
marchand en gros (n) [commerce - homme] {m} handelaar (n) {m} [commerce - homme]

FR NL Vertalingen voor marchand

marchand (n) [commerce - homme] {m} kleinhandelaar (n) {m} [commerce - homme]
marchand (n) [commerce - homme] {m} winkelier (n) {m} [commerce - homme]
marchand (n) [commerce - femme] {m} groothandelaarster (n) {f} [commerce - femme]
marchand (n) [commerce - femme] {m} koopvrouw (n) {f} [commerce - femme]
marchand (n) [commerce - femme] {m} handelaarster (n) {f} [commerce - femme]
marchand (n) [commerce - homme] {m} groothandelaar (n) {m} [commerce - homme]
marchand (n) [commerce - homme] {m} koopman (n) {m} [commerce - homme]
marchand (n) [commerce - homme] {m} handelaar (n) {m} [commerce - homme]
marchand (n) [commerce - homme] {m} dealer (n) {m} [commerce - homme]
marchand (n) [A person or a company that vends or sells] {m} leverancier (n) {m} [A person or a company that vends or sells]

FR NL Vertalingen voor en

en (o) [destination] naar (o) [destination]
en (adj adv int) [in good health] in een goede gezondheid (adj adv int) [in good health] (adj adv int)
en op
en (prep adv adj n) [indicates a means] op (prep adv adj n) [indicates a means]
en (o) [destination] naar toe (o) [destination]
en (o) [matière] van (o) [matière]
en (o) [direction] in (o) [direction]
en (o) [préposition] in (o) [préposition]
en (prep adv adj n) [indicates a means] door (prep adv adj n) [indicates a means]
en (adv) [of this, that or it] daarvan (adv) [of this, that or it]

FR NL Vertalingen voor gros

gros (a) [corps] {m} robuust (a) [corps]
gros (a) [corps] {m} stoer (a) [corps]
gros (a) [conduite] {m} onbeschoft (a) [conduite]
gros (a) [erreur] {m} onbeschoft (a) [erreur]
gros (a) [accent] {m} zwaar (a) [accent]
gros (a) [grandeur] {m} immens (a) [grandeur]
gros (a) [conduite] {m} nors (a) [conduite]
gros (a) [erreur] {m} nors (a) [erreur]
gros (a) [accent] {m} uitgesproken (a) [accent]
gros (a) [grandeur] {m} geweldig (a) [grandeur]