Zoek woord infirmité heeft 5 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
infirmité (n) [santé] {f} zwakte (n) {f} [santé]
infirmité (n) [santé] {f} zwakheid (n) {f} [santé]
infirmité (n) [santé] {f} krachteloosheid (n) {f} [santé]
infirmité (n) [handicap] {f} handicap (n) {m} [handicap]
infirmité (n) [handicap] {f} lichamelijke belemmering (n) {f} [handicap]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor infirmité NL Vertalingen
affaiblissement [amaigrissement] m vermindering {f}
régression [amaigrissement] f regressie {f}
atrophie [amaigrissement] f verschrompeling {f}
déformation [difformité] f vervorming (n v)
malformation [défaut] f misvorming {f}
anomalie [défaut] f abnormaliteit {f}
vice [défaut] m zonde {m}
monstruosité [défaut] f iets wanstaltigs {n}
difformité [défaut] f misvorming {f}
débilité [fragilité] f zwakte {f}
anémie [fragilité] f anemie {f}
déficience [fragilité] f tekort {n}
délicatesse [fragilité] f verfijning {f}
abattement [fragilité] m droefheid {f}
impuissance [fragilité] f onbekwaamheid {f}
asthénie [fragilité] f zwakte {f}
faiblesse [fragilité] f zwakte {f}
imperfection [faiblesse] f zwakke plek {m}
incapacité [faiblesse] f onvermogen {n}
impotence [invalidité] f impotentie {f}