Zoek woord Indice de développement humain heeft eén resultaat
Ga naar

FR NL Vertalingen voor indice

indice (n v) [information that may lead one to a certain point or conclusion] {m} spoor (n v) {n} [information that may lead one to a certain point or conclusion]
indice (n) [fait] {m} aanwijzing (n) {f} [fait]
indice (n) [information] {m} aanwijzing (n) {f} [information]
indice (n v) [information that may lead one to a certain point or conclusion] {m} aanwijzing (n v) {f} [information that may lead one to a certain point or conclusion]
indice (n) [information] {m} tip (n) {m} [information]
indice (n) [information] {m} hint (n) {m} [information]
indice (n) [information] {m} wenk (n) {m} [information]
indice (n) [information] {m} vingerwijzing (n) {f} [information]
indice (n) [fait] {m} indicatie (n) {f} [fait]
indice (n) [fait] {m} aanduiding (n) {f} [fait]

FR NL Vertalingen voor de

de (o) [comparaison] dan (o) [comparaison]
de (o) [concernant] betreffende (o) [concernant]
de (o) [concernant] omtrent (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] over (prep adv adj) [concerning]
de (o) [concernant] met betrekking tot (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] in verband met (prep adv adj) [concerning]
de (prep adv adj n) [indicates creator of a work] vanwege (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
de van
de (o) [général] van (o) [général]
de (o) [lieu] van (o) [lieu]

FR NL Vertalingen voor développement

développement (n) [croissance] {m} groei (n) {m} [croissance]
développement (n) [général] {m} groei (n) {m} [général]
développement (n) [évolution] {m} groei (n) {m} [évolution]
développement (n) [croissance] {m} ontwerp (n) {n} [croissance]
développement (n) [général] {m} ontwerp (n) {n} [général]
développement (n) [évolution] {m} ontwerp (n) {n} [évolution]
développement (n) [croissance] {m} creatie (n) {f} [croissance]
développement (n) [général] {m} creatie (n) {f} [général]
développement (n) [évolution] {m} creatie (n) {f} [évolution]
développement (n) [croissance] {m} ontwikkeling (n) {f} [croissance]

FR NL Vertalingen voor humain

humain (a) [personne] {m} humaan (a) [personne]
humain {m} mens {m}
humain (n) [personne] {m} mens (n) {m} [personne]
humain (a) [général] {m} menselijk (a) [général]
humain {m} menselijk wezen {n}