Zoek woord indépendance heeft 2 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
indépendance (n) [général] {f} onafhankelijkheid (n) {f} [général]
indépendance (n) [provision] {f} onafhankelijkheid (n) {f} [provision]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor indépendance NL Vertalingen
liberté [libération] f vrijdom (n)
autonomie [libération] f zelfvoorziening (n)
affranchissement [libération] m briefport {m}
franchise [liberté] f franchise (n v)
émancipation [politique] f emancipatie {f}
séparatisme [politique] m separatisme {n}
individualisme [personne] m individualisme {n}
indocilité [personne] f onhandelbaarheid {f}
froideur [insensibilité] f frisheid {f}
impassibilité [insensibilité] f berusting {f}
flegme [insensibilité] m onverstoorbaarheid {f}
apathie [insensibilité] f verveling {f}
détachement [insensibilité] m detachement
indolence [insensibilité] f verveling {f}
insouciance [insensibilité] f roekeloosheid {f}
neutralité [insensibilité] f neutraliteit {f}
passivité [insensibilité] f passiviteit {f}
mépris [insensibilité] m verontachtzaming (n v)
indifférence [insensibilité] f wreedheid {f}
entêtement [désobéissance] m volharding {f}