Zoek woord faire tomber heeft 31 resultaten
FR Frans NL Nederlands
faire tomber (v) [objets] omkantelen (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] omverlopen (v) [personne]
faire tomber (v) [objets] omverlopen (v) [objets]
faire tomber (v) [objets] omvervallen (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] doen omkantelen (v) [personne]
FR Frans NL Nederlands
faire tomber (v) [objets] doen omkantelen (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] omsmakken (v) [personne]
faire tomber (v) [objets] omsmakken (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] omversmijten (v) [personne]
faire tomber (v) [objets] omversmijten (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] omsmijten (v) [personne]
faire tomber (v) [objets] omsmijten (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] omvergooien (v) [personne]
faire tomber (v) [objets] omvergooien (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] omgooien (v) [personne]
faire tomber (v) [objets] omgooien (v) [objets]
faire tomber (v n adj adv) [to make something fall] vellen (v n adj adv) [to make something fall]
faire tomber (v) [objets] aan één kant opheffen (v) [objets]
faire tomber (v) [personne] omverwerpen (v) [personne]
faire tomber (v) [objets] omverwerpen (v) [objets]
faire tomber (v) [tomber] laten struikelen (v) [tomber]
faire tomber (v) [tomber] een beentje lichten (v) [tomber]
faire tomber (v) [prix] naar beneden brengen (v) [prix]
faire tomber (v) [prix] doen zakken (v) [prix]
faire tomber (v) [objets] doen kantelen (v) [objets]
faire tomber (v) [objets] schuinzetten (v) [objets]
faire tomber (v) [objets] doen overhellen (v) [objets]
faire tomber (v) [objets] omvallen (v) [objets]
faire tomber (v) [prix] drukken (v) {n} [prix]
faire tomber (v) [objets] kantelen (v) [objets] (mp)
faire tomber (v) [prix] verlagen (v) [prix]

FR NL Vertalingen voor faire

faire (v) [discours] afsteken (v) [discours]
faire (v) [action] opmaken (v) [action]
faire (v) [bénéfice] opmaken (v) [bénéfice]
faire (v) [général] opmaken (v) [général]
faire (v) [lit] opmaken (v) [lit]
faire (v) [chèque] uitschrijven (v) [chèque]
faire (v) [reçu] uitschrijven (v) [reçu]
faire (v) [action] handelen (v) [action]
faire (v) [agir] handelen (v) [agir]
faire (n v) [to do something] handelen (n v) [to do something]

FR NL Vertalingen voor tomber

tomber (v) [diminuer] afnemen (v) [diminuer]
tomber (v) [intransitif] afnemen (v) [intransitif]
tomber (v) [nombre] afnemen (v) [nombre]
tomber (v) [prix] afnemen (v) [prix]
tomber (v) [temps] afnemen (v) [temps]
tomber (v) [température] afnemen (v) [température]
tomber (v) [vent] afnemen (v) [vent]
tomber (v) [vent] bedaren (v) [vent]
tomber (v) [diminuer] verminderen (v) [diminuer]
tomber (v n) [become or change into] worden (v n) {n} [become or change into]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor faire tomber NL Vertalingen
abolir [mouvement, effet] opheffen {n}
démolir [mouvement, effet] slopen
détruire [mouvement, effet] slopen
démanteler [mouvement, effet] ontmantelen
raser [mouvement, effet] (informal scheren {n}
déraciner [mouvement, effet] ontworteld
saper [mouvement, effet] ontwrichten
terrasser [mouvement, effet] overmannen
broyer [mouvement, effet] verpulveren
écraser [mouvement, effet] in de schaduw stellen
renverser [mouvement, effet] doen
abattre [mouvement, effet] vellen
descendre [abattre] afdalen
induire [induire] opwekken {n}