Zoek woord faire sortir du navire heeft 3 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
faire sortir du navire (v) [navire] debarkeren (v) [navire]
faire sortir du navire (v) [navire] aan land zetten (v) [navire]
faire sortir du navire (v) [navire] ontschepen (v) [navire]

FR NL Vertalingen voor faire

faire (v) [discours] afsteken (v) [discours]
faire (v) [action] opmaken (v) [action]
faire (v) [bénéfice] opmaken (v) [bénéfice]
faire (v) [général] opmaken (v) [général]
faire (v) [lit] opmaken (v) [lit]
faire (v) [chèque] uitschrijven (v) [chèque]
faire (v) [reçu] uitschrijven (v) [reçu]
faire (v) [action] handelen (v) [action]
faire (v) [agir] handelen (v) [agir]
faire (n v) [to do something] handelen (n v) [to do something]

FR NL Vertalingen voor sortir

sortir (n v) [go out] vertrekken (n v) {n} [go out]
sortir (v) [cinéma - livres] presenteren (v) [cinéma - livres]
sortir (v) [lancer] presenteren (v) [lancer]
sortir (v) [oeil] uitpuilen (v) [oeil]
sortir (v) [être en avant] uitsteken (v) [être en avant]
sortir (v) [mouvement] verlaten (v) {n} [mouvement]
sortir (v) [foule] opkomen (v) {n} [foule]
sortir (v) [publication] opkomen (v) {n} [publication]
sortir (v) [foule] verschijnen (v) [foule]
sortir (v) [publication] verschijnen (v) [publication]

FR NL Vertalingen voor du

(a) [argent] verschuldigd (a) [argent]
(a) [argent] te betalen (a) [argent]

FR NL Vertalingen voor navire

navire (n) [nautique] {m} vaartuig (n) {n} [nautique]
navire {m} schip {n}
navire (n v) [large water vessel] {m} schip (n v) {n} [large water vessel]
navire (n) [nautique] {m} schip (n) {n} [nautique]