Zoek woord entraînement à la propreté heeft eén resultaat
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
entraînement à la propreté (n) [The act of training a young child to use the toilet] (n) zindelijkheidstraining (n) [The act of training a young child to use the toilet] (n)

FR NL Vertalingen voor entraînement

entraînement (n) [sports] {m} training (n) {f} [sports]
entraînement (n) [training] {m} opleiding (n) {f} [training]
entraînement (n) [militaire] {m} oefening (n) {f} [militaire]
entraînement (n) [sports] {m} instructie (n) {f} [sports]
entraînement (n) [militaire] {m} drillen (n) {n} [militaire]
entraînement (n) [sports] {m} trainen (n) {n} [sports]
entraînement (n) [militaire] {m} dril (n) {m} [militaire]

FR NL Vertalingen voor la

daar
(o) [destination] daar (o) [destination]
(o) [général] daar (o) [général]
(adv int n pronoun) [in or at that place] daar (adv int n pronoun) [in or at that place]
(o) [lieu] daar (o) [lieu]
(o) [destination] aldaar (o) [destination]
(o) [lieu] aldaar (o) [lieu]
(adv int n pronoun) [to or into that place; thither] aldaar (adv int n pronoun) [to or into that place; thither]
(adv) [to that place] aldaar (adv) [to that place]
(o) [destination] op die plaats (o) [destination]

FR NL Vertalingen voor propreté

propreté (n) [général] {f} netheid (n) {f} [général]
propreté (n) [nettoyage] {f} netheid (n) {f} [nettoyage]
propreté (n) [général] {f} properheid (n) {f} [général]
propreté (n) [nettoyage] {f} properheid (n) {f} [nettoyage]
propreté (n) [général] {f} reinheid (n) {f} [général]
propreté (n) [nettoyage] {f} reinheid (n) {f} [nettoyage]