Zoek woord dominer la partie heeft eén resultaat
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
dominer la partie (v) [jeux] beter spelen dan (v) [jeux]

FR NL Vertalingen voor dominer

dominer (n v) [to beat] verslaan (n v) [to beat]
dominer (v) [général] domineren (v) [général]
dominer (v) [importance] domineren (v) [importance]
dominer (v) [personne] domineren (v) [personne]
dominer (v) [général] overheersen (v) [général]
dominer (v) [importance] overheersen (v) [importance]
dominer (v) [personne] overheersen (v) [personne]
dominer (n v) [to beat] overwinnen (n v) [to beat]
dominer (v) [général] overtreffen (v) [général]
dominer (n v) [to beat] slaan (n v) {n} [to beat]

FR NL Vertalingen voor la

daar
(o) [destination] daar (o) [destination]
(o) [général] daar (o) [général]
(adv int n pronoun) [in or at that place] daar (adv int n pronoun) [in or at that place]
(o) [lieu] daar (o) [lieu]
(o) [destination] aldaar (o) [destination]
(o) [lieu] aldaar (o) [lieu]
(adv int n pronoun) [to or into that place; thither] aldaar (adv int n pronoun) [to or into that place; thither]
(adv) [to that place] aldaar (adv) [to that place]
(o) [destination] op die plaats (o) [destination]

FR NL Vertalingen voor partie

partie (n) [composant] {f} aandeel (n) {n} [composant]
partie (n) [général] {f} aandeel (n) {n} [général]
partie (n) [part] {f} aandeel (n) {n} [part]
partie (n) [part] {f} belang (n) {n} [part]
partie (n) [composant] {f} gedeelte (n) {n} [composant]
partie (n) [général] {f} gedeelte (n) {n} [général]
partie (n) [part] {f} gedeelte (n) {n} [part]
partie {f} deel {n}
partie (n) [composant] {f} deel (n) {n} [composant]
partie (n) [général] {f} deel (n) {n} [général]