Zoek woord croissance sauvage heeft 5 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
croissance sauvage (n) [médecine] {f} uitwas (n) {m} [médecine]
croissance sauvage (n) [médecine] {f} gezwel (n) {n} [médecine]
croissance sauvage (n) [médecine] {f} knobbel (n) {m} [médecine]
croissance sauvage (n) [médecine] {f} wildgroei (n) {m} [médecine]
croissance sauvage (n) [médecine] {f} woekering (n) {f} [médecine]

FR NL Vertalingen voor croissance

croissance (n) [increase in size] {f} toename (n) {m} [increase in size]
croissance (n) [développement] {f} groei (n) {m} [développement]
croissance (n) [increase in size] {f} groei (n) {m} [increase in size]
croissance (n) [développement] {f} ontwikkeling (n) {f} [développement]

FR NL Vertalingen voor sauvage

sauvage (a) [animaux] {m} wild (a) {n} [animaux]
sauvage (adj adv n v) [not domesticated or tamed] {m} wild (adj adv n v) {n} [not domesticated or tamed]
sauvage (a) [plante] {m} wild (a) {n} [plante]
sauvage (a) [conduite] {m} ongevoelig (a) [conduite]
sauvage (a) [conduite] {m} grof (a) [conduite]
sauvage (n) [conduite - homme] {m} barbaar (n) {m} [conduite - homme]
sauvage (n) [ethnologie] {m} barbaar (n) {m} [ethnologie]
sauvage (n) [conduite - homme] {m} primitieveling (n) {m} [conduite - homme]
sauvage (n) [ethnologie] {m} primitieveling (n) {m} [ethnologie]
sauvage (a) [conduite] {m} bruut (a) {m} [conduite]