Zoek woord beginnen te spreken heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
beginnen te spreken [praten] se mettre à parler [praten]

NL FR Vertalingen voor beginnen

beginnen [begin] lancer [begin]
beginnen commencer
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] commencer (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen [aanvangen] commencer [aanvangen]
beginnen [algemeen] commencer [algemeen]
beginnen [baan] commencer [baan]
beginnen [bespreking] commencer [bespreking]
beginnen (n v) [of an activity, to begin] commencer (n v) [of an activity, to begin]
beginnen [starten] commencer [starten]
beginnen (n v) [to begin] commencer (n v) [to begin]

NL FR Vertalingen voor te

te trop
te [graad] trop [graad]
te (adv) [more than enough; ''as too much''] trop (adv) [more than enough; ''as too much'']
te (particle prep adv) [infinitive-marker] -er (particle prep adv) [infinitive-marker] (particle prep adv)
te (particle prep adv) [infinitive-marker] -re (particle prep adv) [infinitive-marker] (particle prep adv)
te (particle prep adv) [infinitive-marker] -ir (particle prep adv) [infinitive-marker] (particle prep adv)

NL FR Vertalingen voor spreken

spreken [woorden] {n} articuler [woorden]
spreken [woorden] {n} prononcer [woorden]
spreken [toespraak] {n} réciter [toespraak]
spreken [toespraak] {n} déclamer [toespraak]
spreken [aktie] {n} parole {f} [aktie]
spreken [een gesprek voeren] {n} parler de [een gesprek voeren]
spreken [taal] {n} parler de [taal]
spreken [toespraak] {n} parler de [toespraak]
spreken [woorden] {n} parler de [woorden]
spreken [een gesprek voeren] {n} prononcer une allocution [een gesprek voeren]