Zoek woord afkeuren heeft 40 resultaten
NL Nederlands FR Frans
afkeuren [berispen] gronder [berispen]
afkeuren [berispen] censurer [berispen]
afkeuren [veroordelen] censurer [veroordelen]
afkeuren [afkeuring] blâmer [afkeuring]
afkeuren [afwijzen] blâmer [afwijzen]
NL Nederlands FR Frans
afkeuren [berispen] blâmer [berispen]
afkeuren [hekelen] blâmer [hekelen]
afkeuren [veroordelen] blâmer [veroordelen]
afkeuren [afkeuring] gronder [afkeuring]
afkeuren [afwijzen] gronder [afwijzen]
afkeuren [afwijzen] censurer [afwijzen]
afkeuren [hekelen] gronder [hekelen]
afkeuren [veroordelen] gronder [veroordelen]
afkeuren [afkeuring] condamner [afkeuring]
afkeuren [afwijzen] condamner [afwijzen]
afkeuren [berispen] condamner [berispen]
afkeuren [veroordelen] condamner [veroordelen]
afkeuren [rechten] se prononcer contre [rechten]
afkeuren [rechten] prononcer un jugement contre [rechten]
afkeuren [rechten] rendre un jugement contre [rechten]
afkeuren [rechten] désapprouver [rechten]
afkeuren [afwijzen] rejeter [afwijzen]
afkeuren [rechten] rejeter [rechten]
afkeuren [afwijzen] débouter [afwijzen]
afkeuren [rechten] débouter [rechten]
afkeuren [afkeuring] désapprouver [afkeuring]
afkeuren [afwijzen] désapprouver [afwijzen]
afkeuren [berispen] désapprouver [berispen]
afkeuren (v) [express disapproval of] désapprouver (v) [express disapproval of]
afkeuren [hekelen] désapprouver [hekelen]
afkeuren [sport - voetbal] refuser [sport - voetbal]
afkeuren [veroordelen] désapprouver [veroordelen]
afkeuren [afkeuring] réprouver [afkeuring]
afkeuren [afwijzen] réprouver [afwijzen]
afkeuren [berispen] réprouver [berispen]
afkeuren [hekelen] réprouver [hekelen]
afkeuren [rechten] réprouver [rechten]
afkeuren [veroordelen] réprouver [veroordelen]
afkeuren (v) [to criticize or speak out against] dénoncer (v) [to criticize or speak out against]
afkeuren [afkeuring] censurer [afkeuring]
NL Synoniemen voor afkeuren FR Vertalingen
kritiseren [aanmerken] critiquer
laken [afkeuren] n drap de lit (n)
afkraken [afbreken] rabaisser
afmaken [afbreken] euthanasier (v)
geselen [afbreken] fouetter
hekelen [afbreken] narguer
misprijzen [afbreken] n mésestime {f}
veroordelen [afbreken] reconnaître coupable (v n)