Woxikon / Woordenboek / Nederlands Frans / A / abuser de

NL FR Nederlands Frans vertalingen voor abuser de

Zoek woord abuser de heeft 3 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
abuser de (v) [emploi] misbruiken (v) [emploi]
abuser de (v) [maltraiter] mishandelen (v) [maltraiter]
abuser de (v) [maltraiter] slecht behandelen (v) [maltraiter]

FR NL Vertalingen voor abuser

abuser (v) [personne] bedriegen (v) [personne]
abuser (v) [tromperie] bedriegen (v) [tromperie]
abuser (v) [personne] oplichten (v) [personne]
abuser (v) [tromperie] oplichten (v) [tromperie]
abuser (v) [personne] beetnemen (v) [personne]
abuser (v) [tromperie] beetnemen (v) [tromperie]
abuser (v) [personne] bedotten (v) [personne]
abuser (v) [tromperie] bedotten (v) [tromperie]
abuser (v) [personne] misleiden (v) [personne]
abuser (v) [tromperie] misleiden (v) [tromperie]

FR NL Vertalingen voor de

de (o) [comparaison] dan (o) [comparaison]
de (o) [concernant] betreffende (o) [concernant]
de (o) [concernant] omtrent (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] over (prep adv adj) [concerning]
de (o) [concernant] met betrekking tot (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] in verband met (prep adv adj) [concerning]
de (prep adv adj n) [indicates creator of a work] vanwege (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
de van
de (o) [général] van (o) [général]
de (o) [lieu] van (o) [lieu]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor abuser de NL Vertalingen
violenter [violer] overvallen
déshonorer [violer] schande brengen over
posséder [violer] in zich verenigen
attraper [tromper] grijpen
escroquer [tromper] zwendelen
duper [tromper] in de maling nemen
frauder [tromper] frauderen
enjôler [tromper] ompraten
leurrer [tromper] bedriegen
décevoir [tromper] teleurstellen
jouer [tromper] optreden {n}
compromettre [séduire] compromitteren
spolier [personne] plunderen {n}
voler [personne] stalen
écorcher [personne] afstropen
estamper [personne] zwendelen
rouler [personne] in de maling nemen
exploiter [personne] uitbuiten
déflorer [violenter] bevuilen
violer [violenter] schenden