Zoek woord aanhouden heeft 25 resultaten
NL Nederlands FR Frans
aanhouden [pijn] {n} se poursuivre [pijn]
aanhouden [toespraak] {n} prolonger [toespraak]
aanhouden [voortduring] {n} continuation {f} [voortduring]
aanhouden [inspanning] {n} serrer les dents [inspanning]
aanhouden [algemeen] {n} durer [algemeen]
NL Nederlands FR Frans
aanhouden [misdadiger] {n} capturer [misdadiger]
aanhouden [toespraak] {n} étirer [toespraak]
aanhouden [toespraak] {n} allonger [toespraak]
aanhouden [voortduring] {n} persistance {f} [voortduring]
aanhouden [beroep] {n} garder [beroep]
aanhouden [inspanning] {n} persévérer [inspanning]
aanhouden [transitief] {n} poursuivre [transitief]
aanhouden [weer] {n} persister [weer]
aanhouden (adv n v) [cause (something) to cease moving] {n} arrêter (adv n v) [cause (something) to cease moving]
aanhouden [intransitief] {n} se poursuivre [intransitief]
aanhouden [transitief] {n} continuer [transitief]
aanhouden [pijn] {n} continuer [pijn]
aanhouden [intransitief] {n} continuer [intransitief]
aanhouden [inspanning] {n} continuer [inspanning]
aanhouden [pijn] {n} languir [pijn]
aanhouden [intransitief] {n} languir [intransitief]
aanhouden [pijn] {n} traîner [pijn]
aanhouden [intransitief] {n} traîner [intransitief]
aanhouden [inspanning] {n} soutenir [inspanning]
aanhouden [misdadiger] {n} arrêter [misdadiger]