Zoek woord verhogen heeft 46 resultaten
NL Nederlands ES Spaans
verhogen (v) [algemeen] intensificar (v) [algemeen]
verhogen (v) [bedrag] acelerar (v) [bedrag]
verhogen (v) [prijzen] acelerar (v) [prijzen]
verhogen (v) [produktie] acelerar (v) [produktie]
verhogen (v) [vermeerderen] acelerar (v) [vermeerderen]
NL Nederlands ES Spaans
verhogen (v) [versterken] acelerar (v) [versterken]
verhogen (v) [algemeen] realzar (v) [algemeen]
verhogen (v) [bedrag] realzar (v) [bedrag]
verhogen (v) [prijzen] realzar (v) [prijzen]
verhogen (v) [produktie] realzar (v) [produktie]
verhogen (v) [vermeerderen] realzar (v) [vermeerderen]
verhogen (v) [versterken] realzar (v) [versterken]
verhogen (v) [algemeen] ensanchar (v) [algemeen]
verhogen (v) [bedrag] intensificar (v) [bedrag]
verhogen (v) [prijzen] intensificar (v) [prijzen]
verhogen (v) [produktie] intensificar (v) [produktie]
verhogen (v) [vermeerderen] intensificar (v) [vermeerderen]
verhogen (v) [versterken] intensificar (v) [versterken]
verhogen (v) [algemeen] reforzar (v) [algemeen]
verhogen (v) [versterken] reforzar (v) [versterken]
verhogen (v) [algemeen] redoblar (v) [algemeen]
verhogen (v) [versterken] redoblar (v) [versterken]
verhogen (v n) [increase] acrecentar (v n) [increase]
verhogen (v) [versterken] subir (v) [versterken]
verhogen (v) [algemeen] aumentar (v) [algemeen]
verhogen (v) [bedrag] aumentar (v) [bedrag]
verhogen (v n) [increase] aumentar (v n) [increase]
verhogen (v) [prijzen] aumentar (v) [prijzen]
verhogen (v) [produktie] aumentar (v) [produktie]
verhogen (v) [vermeerderen] aumentar (v) [vermeerderen]
verhogen (v) [versterken] aumentar (v) [versterken]
verhogen (v) [bedrag] subir (v) [bedrag]
verhogen (v) [prijzen] subir (v) [prijzen]
verhogen (v) [produktie] subir (v) [produktie]
verhogen (v) [vermeerderen] subir (v) [vermeerderen]
verhogen (v n) [increase] acumular (v n) [increase]
verhogen (v) [bedrag] incrementar (v) [bedrag]
verhogen (v) [prijzen] incrementar (v) [prijzen]
verhogen (v) [produktie] incrementar (v) [produktie]
verhogen (v) [vermeerderen] incrementar (v) [vermeerderen]
verhogen (v) [versterken] incrementar (v) [versterken]
verhogen (v) [algemeen] ampliar (v) [algemeen]
verhogen (v) [algemeen] agrandar (v) [algemeen]
verhogen (v) [algemeen] dilatar (v) [algemeen]
verhogen (v) [algemeen] amplificar (v) [algemeen]
verhogen (v) [versterken] amplificar (v) [versterken]