Zoek woord temblar heeft 37 resultaten
ES Spaans NL Nederlands
temblar (v) [voz] klappertanden (v) [voz]
temblar (v) [miedo] sidderen (v) [miedo]
temblar (v) [voz] sidderen (v) [voz]
temblar (v) [edificio] huiveren (v) [edificio]
temblar (v) [frío] huiveren (v) [frío]
ES Spaans NL Nederlands
temblar (v) [miedo] huiveren (v) [miedo]
temblar (v) [voz] huiveren (v) [voz]
temblar (v) [edificio] klappertanden (v) [edificio]
temblar (v) [frío] klappertanden (v) [frío]
temblar (v) [miedo] klappertanden (v) [miedo]
temblar (v) [frío] sidderen (v) [frío]
temblar (v) [edificio] trillen (v) [edificio]
temblar (v) [frío] trillen (v) [frío]
temblar (v) [miedo] trillen (v) [miedo]
temblar (v) [voz] trillen (v) [voz]
temblar (v) [edificio] schudden (v) {n} [edificio]
temblar (v) [frío] schudden (v) {n} [frío]
temblar (v) [miedo] schudden (v) {n} [miedo]
temblar (v) [voz] schudden (v) {n} [voz]
temblar (v) [frío] beven (v) [frío]
temblar (v) [frío] schokken (v) {n} [frío]
temblar (v) [miedo] schokken (v) {n} [miedo]
temblar (v) [voz] schokken (v) {n} [voz]
temblar (v) [edificio] bibberen (v) [edificio]
temblar (v) [frío] bibberen (v) [frío]
temblar (v) [miedo] bibberen (v) [miedo]
temblar (v) [voz] bibberen (v) [voz]
temblar (v) [edificio] beven (v) [edificio]
temblar (v) [edificio] schokken (v) {n} [edificio]
temblar (v) [miedo] beven (v) [miedo]
temblar (v n) [to shake] beven (v n) [to shake]
temblar (v) [voz] beven (v) [voz]
temblar (v) [edificio] rillen (v) [edificio]
temblar (v) [frío] rillen (v) [frío]
temblar (v) [miedo] rillen (v) [miedo]
temblar (v) [voz] rillen (v) [voz]
temblar (v) [edificio] sidderen (v) [edificio]

Spaans Nederlands vertalingen