Zoek woord sukkel heeft 21 resultaten
NL Nederlands ES Spaans
sukkel (n) [gedrag - man] {m} incompetente (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} zarramplina (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} chambona (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} chapucera (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} zarramplín (n) {m} [gedrag - vrouw]
NL Nederlands ES Spaans
sukkel (n) [gedrag - man] {m} zarramplín (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} chambón (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} chambón (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} chapucero (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} chapucero (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} incompetente (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n v) [someone who lacks confidence] {m} gallina (n v) {f} [someone who lacks confidence]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} zoquete (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} zoquete (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} calamidad (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} calamidad (n) {f} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} mentecata (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} idiota (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} torpe (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} torpe (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n v) [someone who lacks confidence] {m} pusilánime (n v) {m} [someone who lacks confidence]
NL Synoniemen voor sukkel ES Vertalingen
schaap [onnozelaar] n sheep
schlemiel [pechvogel] schlimazel (n)
knoeier [kruk] m clumsy person
prutser [kruk] m botcher
sul [domoor] m wimp (informal)
oen [domoor] f asshole (informal)
klungel [kluns] m oaf
kluns [klojo] m clumsy person
kruk [knoeier] m crutch
hals [onnozele] m neck
domoor [oen] f simpleton (informal)
sufferd [ezel] m goofball (n adj)
uilskuiken [uil] n asshole (informal)
ezel [druiloor] m easel
stommeling [druiloor] m clot