Woxikon / Woordenboek / Nederlands Spaans / S / stoten op

NL ES Nederlands Spaans vertalingen voor stoten op

Zoek woord stoten op heeft 16 resultaten
Ga naar Nederlands » Spaans
NL Nederlands ES Spaans
stoten op (v) [persoon] encontrarse (v) [persoon]
stoten op (v) [voorwerpen] encontrarse (v) [voorwerpen]
stoten op (v) [persoon] tropezar con (v) [persoon]
stoten op (v) [voorwerpen] tropezar con (v) [voorwerpen]
stoten op (v) [probleem] enfrentarse con (v) [probleem]
NL Nederlands ES Spaans
stoten op (v) [probleem] confrontar (v) [probleem]
stoten op (v) [persoon] dar con (v) [persoon]
stoten op (v) [voorwerpen] dar con (v) [voorwerpen]
stoten op (v) [persoon] topar con (v) [persoon]
stoten op (v) [voorwerpen] topar con (v) [voorwerpen]
stoten op (v) [persoon] descubrir por casualidad (v) [persoon]
stoten op (v) [voorwerpen] descubrir por casualidad (v) [voorwerpen]
stoten op (v) [persoon] toparse con (v) [persoon]
stoten op (v) [voorwerpen] toparse con (v) [voorwerpen]
stoten op (v) [persoon] encontrarse con (v) [persoon]
stoten op (v) [voorwerpen] encontrarse con (v) [voorwerpen]

NL ES Vertalingen voor stoten

stoten (v) [roofvogel] calarse (v) [roofvogel]
stoten (v) [algemeen] empujar (v) [algemeen]
stoten (v) [beweging] empujar (v) [beweging]
stoten (v) [persoon] empujar (v) [persoon]
stoten (v) [mes] apuñalar (v) [mes]
stoten (v) [mes] dar una puñalada (v) [mes]
stoten (v) [hoofd] golpear fuertemente (v) [hoofd]
stoten (v) [duwen] empujar ligeramente (v) [duwen]

NL ES Vertalingen voor op

op (adv prep adj n v) [finished] terminado (adv prep adj n v) [finished]
op (adv prep adj n v) [finished] acabado (adv prep adj n v) {m} [finished]
op (prep) [mathematics: considering all members of an equivalence class the same] salvo (prep) [mathematics: considering all members of an equivalence class the same]
op (o) [algemeen] a (o) [algemeen]
op (o) [dimensie] a (o) [dimensie]
op (o) [nabijheid] a (o) [nabijheid]
op (o) [ter ere van] a (o) [ter ere van]
op (o) [voorzetsel] a (o) [voorzetsel]
op (o) [wakker] a (o) [wakker]
op (n v) [to spend or take a vacation] vacacionar (n v) [to spend or take a vacation] (n v)