Zoek woord steken heeft 31 resultaten
NL Nederlands ES Spaans
steken (v) [mes] apuñalar (v) [mes]
steken (v) [gevoelens] causar rencor (v) [gevoelens]
steken (v) [voorwerpen] punzar (v) [voorwerpen]
steken (v) [mes] punzar (v) [mes]
steken (v) [insecten] punzar (v) [insecten]
NL Nederlands ES Spaans
steken (v) [voorwerpen] asestar (v) [voorwerpen]
steken (v) [plaatsen] asestar (v) [plaatsen]
steken (v) [geneeskunde] asestar (v) [geneeskunde]
steken (n v) [To pierce or wound with pointed object] acuchillar (n v) [To pierce or wound with pointed object]
steken (v) [voorwerpen] plantar (v) [voorwerpen]
steken (v) [plaatsen] plantar (v) [plaatsen]
steken (v) [geneeskunde] plantar (v) [geneeskunde]
steken (v) [voorwerpen] dar una puñalada (v) [voorwerpen]
steken (v) [mes] dar una puñalada (v) [mes]
steken (v) [insecten] dar una puñalada (v) [insecten]
steken (v) [voorwerpen] apuñalar (v) [voorwerpen]
steken (v) [insecten] picar (v) [insecten]
steken (v) [insecten] apuñalar (v) [insecten]
steken (n v) [To pierce or wound with pointed object] apuñalar (n v) [To pierce or wound with pointed object]
steken (v) [voorwerpen] meter (v) [voorwerpen]
steken (v) [plaatsen] meter (v) [plaatsen]
steken (v) [geneeskunde] meter (v) [geneeskunde]
steken (v) [voorwerpen] colocar (v) [voorwerpen]
steken (v) [voorwerpen] pinchar (v) [voorwerpen]
steken (v) [plaatsen] pinchar (v) [plaatsen]
steken (v) [mes] pinchar (v) [mes]
steken (v) [insecten] pinchar (v) [insecten]
steken (v) [geneeskunde] pinchar (v) [geneeskunde]
steken (v) [voorwerpen] poner (v) [voorwerpen]
steken (v) [voorwerpen] picar (v) [voorwerpen]
steken (v) [mes] picar (v) [mes]
NL Synoniemen voor steken ES Vertalingen
pikken [prikken] (informal stab
prikken [boren] stab
priemen [boren] sting
prikkelen [irriteren] excite
hechten [gehecht zijn] suture
kleven [gehecht zijn] n tailgate
vastzitten [gehecht zijn] be jammed
hangen [gehecht zijn] droop
plaatsen [leggen] locate (formal)
zetten [leggen] stand up
doen [leggen] sag
snijden [bijten] n cut up
ergeren [dwarszitten] vex (arch.)
hinderen [dwarszitten] n stymie (formal)
stoten [priemen] thrust
stoppen [opbergen] n darn