Zoek woord oud doen worden heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
oud doen worden (n v) [transitive: cause to grow old] (n v) envejecer (n v) [transitive: cause to grow old]

NL ES Vertalingen voor oud

oud (a) [algemeen] viejo (a) {m} [algemeen]
oud (adj adv n v) [not current] viejo (adj adv n v) {m} [not current]
oud anciano {m}
oud (a) [algemeen] anciano (a) {m} [algemeen]
oud (a) [tijd] antiguo (a) [tijd]
oud (adj adv n v) [not current] atrasado (adj adv n v) [not current]
oud (a) [tijd] de antaño (a) [tijd]
oud (adj adv n v) [not current] anterior (adj adv n v) [not current]
oud viejo {m}

NL ES Vertalingen voor doen

doen (v) [aktie] tomar (v) [aktie]
doen (v) [aktie] actuar (v) [aktie]
doen (v) [handelen] actuar (v) [handelen]
doen hacer
doen (v) [aktie] hacer (v) [aktie]
doen (v) [handelen] hacer (v) [handelen]
doen (v) [to make one suppose] sugerir (v) [to make one suppose]
doen (v n) [cause to do] hacer que (v n) [cause to do] (v n)

NL ES Vertalingen voor worden

worden (n) [begin] {n} origen (n) {m} [begin]
worden (n) [oorsprong] {n} origen (n) {m} [oorsprong]
worden (n) [begin] {n} principio (n) {m} [begin]
worden (n) [begin] {n} comienzo (n) {m} [begin]
worden (n) [begin] {n} génesis (n) {m} [begin]
worden (n) [oorsprong] {n} génesis (n) {m} [oorsprong]
worden (n) [begin] {n} nacimiento (n) {m} [begin]
worden (n) [oorsprong] {n} nacimiento (n) {m} [oorsprong]
worden (v n) [become] {n} emborracharse (v n) [become]
worden (v n) [become or change into] {n} caer (v n) [become or change into]