Zoek woord gebruik maken van heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
gebruik maken van (v) [suggestie] seguir (v) [suggestie]
gebruik maken van (v) [situatie] sacar provecho de (v) [situatie]
gebruik maken van (v) [situatie] aprovecharse de (v) [situatie]

NL ES Vertalingen voor gebruik

gebruik (n) [gewoonte] {n} habituación (n) {f} [gewoonte]
gebruik (n) [algemeen] {n} hábito (n) {m} [algemeen]
gebruik (n) [gewoonte] {n} hábito (n) {m} [gewoonte]
gebruik (n) [algemeen] {n} costumbre (n) {f} [algemeen]
gebruik (n) [gewoonte] {n} costumbre (n) {f} [gewoonte]
gebruik (n) [gewoonte] {n} tic (n) {m} [gewoonte]
gebruik (n) [gewoonte] {n} manía (n) {f} [gewoonte]
gebruik (n) [gewoonte] {n} costumbre fastidiosa (n) {f} [gewoonte]
gebruik (n v) [act of using] {n} uso (n v) {m} [act of using]
gebruik (n) [algemeen] {n} uso (n) {m} [algemeen]

NL ES Vertalingen voor maken

maken (v) [aktie] entregar (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] entregar (v) [algemeen]
maken (v) [winst] entregar (v) [winst]
maken (v) [aktie] presentar (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] presentar (v) [algemeen]
maken (v) [winst] presentar (v) [winst]
maken (v) [aktie] tomar (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] tomar (v) [algemeen]
maken (v) [winst] tomar (v) [winst]
maken (n v) [to produce; make] producir (n v) [to produce; make]

NL ES Vertalingen voor van

van (v prep) [be the property of] a (v prep) [be the property of]
van (o) [algemeen] por (o) [algemeen]
van (o) [bezit] por (o) [bezit]
van (o) [boeken] por (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] por (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] por (o) [plaats]
van (o) [tijd] por (o) [tijd]
van de
van (o) [algemeen] de (o) [algemeen]
van (o) [bezit] de (o) [bezit]