Zoek woord gebrek heeft 69 resultaten
NL Nederlands ES Spaans
gebrek (n) [voorwerpen] {n} carencia (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [fout] {n} falla (n) {f} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} vicio (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} vicio (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} vicio (n) {m} [karakter]
NL Nederlands ES Spaans
gebrek (n) [fout] {n} vicio (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} deficiencia (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} deficiencia (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} deficiencia (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [karakter] {n} falla (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [tekort] {n} carencia (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} carencia (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} carencia (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} laguna (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} laguna (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} laguna (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} laguna (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} vacío (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [fout] {n} desmerecimiento (n) {m} [fout]
gebrek (n) [karakter] {n} flaqueza (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} escasez (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} escasez (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} escasez (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} desmerecimiento (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} desmerecimiento (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} desmerecimiento (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} desmerecimiento (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [tekort] {n} vacío (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} demérito (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} demérito (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} demérito (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} demérito (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [fout] {n} demérito (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} falla (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} falla (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [fout] {n} fallo (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} defecto (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} defecto (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} defecto (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} defecto (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [geneeskunde] {n} defecto (n) {m} [geneeskunde]
gebrek (n) [fout] {n} defecto (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} fallo (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [geneeskunde] {n} fallo (n) {m} [geneeskunde]
gebrek (n) [fout] {n} imperfección (n) {f} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} hueco (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} hueco (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} hueco (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} hueco (n) {m} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} ausencia (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} ausencia (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} ausencia (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} interrupción (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} vacío (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} vacío (n) {m} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} falta (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} falta (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} falta (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} falta (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [fout] {n} falta (n) {f} [fout]
gebrek (n) [algemeen] {n} falta (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [algemeen] {n} ausencia (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [tekort] {n} interrupción (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} interrupción (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} interrupción (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} imperfección (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} imperfección (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} imperfección (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [geneeskunde] {n} imperfección (n) {f} [geneeskunde]
NL Synoniemen voor gebrek ES Vertalingen
tekort [schaarste] n déficit {m}
schaarsheid [schaarste] f falta {f}
ellende [armoede] m pobreza {f}
kommer [armoede] m tristeza {f}
nooddruft [armoede] m pobreza {f}
ontbering [armoede] f privación {f}
afwijking [fout] f error {m}
mankement [fout] panne (n)
onjuistheid [fout] f error {m}
onvolkomenheid [fout] f vicio {m}
fout [euvel] m falso
nood [behoefte] m urgencia {f}
behoefte [nood] f obligación {f}
klacht [aandoening] m problema {m}
ongemak [aandoening] n molestia {f}
ziekte [aandoening] f enfermedad {f}
kwaal [aandoening] m trastorno {m}
beschadiging [defect] f daño {m}
defect [beschadiging] n defectuoso
aanvechting [aandrang] f refutación {f}