Zoek woord de pijp uit gaan heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
de pijp uit gaan (n v) [slang: to die] (n v) palmarla (n v) [slang: to die]
de pijp uit gaan (n v) [slang: to die] (n v) palmar (n v) [slang: to die]

NL ES Vertalingen voor de

de (v n) [raise a corner of the upper lip slightly in scorn] burlarse (v n) [raise a corner of the upper lip slightly in scorn]
de (adj v) [permitted to] capaz (adj v) [permitted to]
de el
de (article adv) [article] el (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] el (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] el (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] el (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] el! (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] (article adv)
de (article adv) [article] la (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] la (o) [bepaald lidwoord]

NL ES Vertalingen voor pijp

pijp (n) [technisch] {m} conducto (n) {m} [technisch]
pijp (n) [technisch] {m} caño (n) {m} [technisch]
pijp (n) [technisch] {m} tubo (n) {m} [technisch]
pijp (n) [roken] {m} pipa (n) {f} [roken]
pijp (n) [smoking tool] {m} pipa (n) {f} [smoking tool]
pijp (n) [technisch] {m} tubería (n) {f} [technisch]
pijp (n) [technisch] {m} cañería (n) {f} [technisch]

NL ES Vertalingen voor uit

uit (o) [reden] como (o) [reden]
uit (o) [reden] a causa de (o) [reden]
uit (o) [oorsprong] por (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] por (o) [plaats]
uit (o) [reden] por (o) [reden]
uit (o) [reden] porque (o) [reden]
uit (o) [reden] como consecuencia de (o) [reden]
uit de
uit (o) [oorsprong] de (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] de (o) [plaats]

NL ES Vertalingen voor gaan

gaan (v) [algemeen] irse (v) [algemeen]
gaan (v) [fysische activiteit] irse (v) [fysische activiteit]
gaan (v) [vertrek] irse (v) [vertrek]
gaan (v) [algemeen] marcharse (v) [algemeen]
gaan (v) [fysische activiteit] marcharse (v) [fysische activiteit]
gaan (v) [vertrek] marcharse (v) [vertrek]
gaan ir
gaan (v) [algemeen] ir (v) [algemeen]
gaan (v) [fysische activiteit] ir (v) [fysische activiteit]
gaan (v) [reizen] ir (v) [reizen]