Zoek woord dagelijkse spreektaal heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
dagelijkse spreektaal (n) [taal] {m} lenguaje usual (n) {m} [taal]
dagelijkse spreektaal (n) [taal] {m} lenguaje corriente (n) {m} [taal]
dagelijkse spreektaal (n) [taal] {m} lenguaje de todos los días (n) {m} [taal]
dagelijkse spreektaal (n) [taal] {m} idioma hablado (n) {m} [taal]

NL ES Vertalingen voor spreektaal

spreektaal (n) [taal] {m} lenguaje usual (n) {m} [taal]
spreektaal (n) [taal] {m} lenguaje corriente (n) {m} [taal]
spreektaal (n) [taal] {m} lenguaje de todos los días (n) {m} [taal]
spreektaal (adj) [of oral communication language] {m} familiar (adj) [of oral communication language]
spreektaal (adj) [of oral communication language] {m} coloquial (adj) [of oral communication language]
spreektaal (n) [taal] {m} idioma hablado (n) {m} [taal]