Zoek woord aan wie heeft 7 resultaten
NL Nederlands ES Spaans
aan wie (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - pl.] a quienes (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - pl.]
aan wie (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - pl.] a los cuales (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - pl.]
aan wie (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - pl.] a las cuales (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - pl.]
aan wie (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - enk.] a quiénes (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - enk.]
aan wie (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - mv.] a quiénes (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - mv.]
NL Nederlands ES Spaans
aan wie (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - enk.] a quién (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - enk.]
aan wie (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - mv.] a quién (o) [vragend vnw. - meewerkend vw. - mv.]

NL ES Vertalingen voor aan

aan (adv prep adj n v) [next] próximo (adv prep adj n v) {m} [next]
aan (o) [nabijheid] a (o) [nabijheid]
aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] a (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
aan (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] a (particle prep adv) [used to indicate the indirect object]
aan (o) [nabijheid] en (o) [nabijheid]

NL ES Vertalingen voor wie

wie (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] que (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]
wie (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.] que (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.]
wie (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - enk.] que (o) [bettr. vnw. - meewerkend vw. - enk.]
wie (o) [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] que (o) [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
wie (o) [bettr. vnw. - onderwerp - pl.] que (o) [bettr. vnw. - onderwerp - pl.]
wie (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] quien (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]
wie (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.] quien (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.]
wie (o) [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] quien (o) [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
wie (o) [bettr. vnw. - onderwerp - pl.] quien (o) [bettr. vnw. - onderwerp - pl.]
wie (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] el cual (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]