Zoek woord you can't go back on it now heeft 2 resultaten
Ga naar

EN NL Vertalingen voor you

you (o) [general] je (o) [general]
you (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
you (o) [pers. pron. - direct object - sg.] je (o) [pers. pron. - direct object - sg.]
you (o) [pers. pron. - indirect object - sg.] je (o) [pers. pron. - indirect object - sg.]
you (o) [pers. pron. - subject - sg.] je (o) [pers. pron. - subject - sg.]
you (o) [general] jij (o) [general]
you (o) [pers. pron. - direct object - sg.] jij (o) [pers. pron. - direct object - sg.]
you (o) [pers. pron. - subject - sg.] jij (o) [pers. pron. - subject - sg.]
you (o) [general] jou (o) [general]
you (o) [pers. pron. - indirect object - sg.] jou (o) [pers. pron. - indirect object - sg.]

EN NL Vertalingen voor go

go (v) [departure] vertrekken (v) {n} [departure]
go (v) [departure] weggaan (v) {n} [departure]
go (v) [mechanical] werken (v) {n} [mechanical]
go gaan
go (v) [departure] gaan (v) [departure]
go (v) [general] gaan (v) [general]
go (v) [movement] gaan (v) [movement]
go (v) [travel] gaan (v) [travel]
go (v) [departure] opstappen (v) [departure]
go (v) [effect] reiken (v) [effect]

EN NL Vertalingen voor back

back (o) [direction] achteruit (o) {m} [direction]
back (adj adv n v) [a position behind most players on the team] verdediger (adj adv n v) {m} [a position behind most players on the team]
back (n) [building] achterkant (n) {m} [building]
back (n) [rear] achterkant (n) {m} [rear]
back (n) [surface] achterkant (n) {m} [surface]
back (n) [rear] achterste deel (n) {n} [rear]
back (n) [building] achtergevel (n) {m} [building]
back (n) [surface] achterzijde (n) {m} [surface]
back (n) [surface] keerzijde (n) {m} [surface]
back (n) [surface] ommezijde (n) {m} [surface]

EN NL Vertalingen voor on

on te
on op
on (o) [preposition] op (o) [preposition]
on tot
on (o) [surface] erop (o) [surface]
on jegens (formal)
on om
on met

EN NL Vertalingen voor it

it het
it (o) [pers. pron. - direct object] het (o) [pers. pron. - direct object]
it (o) [pers. pron. - subject] het (o) [pers. pron. - subject]
it hij

EN NL Vertalingen voor now

now nu {n}
now (n) [general] nu (n) {n} [general]
now (o) [general] nu (o) {n} [general]
now (n) [general] dit ogenblik (n) {n} [general]
now enfin
now komaan
now tja
now nou