Zoek woord walk the talk heeft eén resultaat
Ga naar
EN Engels NL Nederlands
walk the talk (v) [to act in accordance with one's words] (v) de daad bij het woord voegen (v) [to act in accordance with one's words] (v)

EN NL Vertalingen voor walk

walk tippelen
walk (v) [physical activity] gaan (v) [physical activity]
walk (v) [dog] uitlaten (v) [dog]
walk (v) [accompany] meelopen (v) [accompany]
walk (v) [accompany] gaan met (v) [accompany]
walk lopen {n}
walk (v) [physical activity] lopen (v) {n} [physical activity]
walk (n) [walking] gang (n) {m} [walking]
walk (n) [walking] stap (n) {m} [walking]
walk (v) [physical activity] stappen (v) [physical activity]

EN NL Vertalingen voor the

the de
the (o) [definite article] de (o) [definite article]
the (o) [definite article] het (o) [definite article]
the (article adv) ['''the''' + ~''comparative'', '''the''' + ''comparative''] hoe (article adv) ['''the''' + ~''comparative'', '''the''' + ''comparative'']
the aan de
the aan het
the naar de
the het

EN NL Vertalingen voor talk

talk (n) [language] taal (n) {m} [language]
talk (v) [words] spreken (v) {n} [words]
talk (n) [meaningless] woorden (n) [meaningless] (p)
talk (n) [conversation] gesprek (n) {n} [conversation]
talk (n v) [conversation] gesprek (n v) {n} [conversation]
talk (n) [conversation] praatje (n) {n} [conversation]
talk (n) [conversation] dialoog (n) {m} [conversation]
talk (n) [conversation] conversatie (n) {f} [conversation]
talk (n v) [conversation] conversatie (n v) {f} [conversation]
talk (n) [meaningless] gepraat (n) {n} [meaningless]