NL EN Nederlands Engels vertalingen voor samenwonen
Zoek woord samenwonen heeft 8 resultaten
Ga naar Nederlands » Engels
NL | Nederlands | EN | Engels | |
---|---|---|---|---|
samenwonen (v) [obsolete: to cohabit] | accompany (v) [obsolete: to cohabit] | |||
samenwonen [ongehuwd paar] | live together [ongehuwd paar] | |||
samenwonen [relatie] | live together [relatie] | |||
samenwonen [samenleven] | live together [samenleven] | |||
samenwonen [ongehuwd paar] | shack up [ongehuwd paar] (informal) |
NL | Nederlands | EN | Engels | |
---|---|---|---|---|
samenwonen [ongehuwd paar] | shack up together [ongehuwd paar] (informal) | |||
samenwonen [relatie] | cohabit [relatie] | |||
samenwonen [samenleven] | cohabit [samenleven] |
NL | Synoniemen voor samenwonen | EN | Vertalingen | |
---|---|---|---|---|
samenhokken [hokken] | shack up together (informal) | |||
samenleven [hokken] n | live together |