Zoek woord een compromis sluiten heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands EN Engels
een compromis sluiten [overeenkomst] compromise [overeenkomst]

NL EN Vertalingen voor een

een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} some [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een {m} one
een [algemeen] {m} one [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} a [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een [onbepaald lidwoord] {m} a [onbepaald lidwoord]
een {m} an
een [onbepaald lidwoord] {m} an [onbepaald lidwoord]

NL EN Vertalingen voor compromis

compromis [algemeen] {n} compromise [algemeen]
compromis (n v) [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions] {n} compromise (n v) [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions]
compromis (n) [situation in which one thing must be decreased for another to be increased] {n} trade-off (n) [situation in which one thing must be decreased for another to be increased]
compromis {n} accomodation

NL EN Vertalingen voor sluiten

sluiten [fabriek] {n} shut down [fabriek]
sluiten [fabriek] {n} do away with [fabriek]
sluiten [vergadering] {n} wrap up [vergadering]
sluiten [contract] {n} conclude [contract]
sluiten [overeenkomst] {n} settle firmly [overeenkomst]
sluiten [bedrijf] {n} close [bedrijf]
sluiten [deur] {n} close [deur]
sluiten [deur] {n} close [deur]
sluiten [subject] {n} close [subject]
sluiten [vergadering] {n} close [vergadering]