call it a day vertaling - Nederlands Engels vertaling voor call it a day

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Engels / C / call it a day

Zoek woord call it a day heeft eén resultaat

Ga naar

EN	Engels	NL	Nederlands
	call it a day (v) [to cease activity for the day]		morgen is er nog een dag (v) [to cease activity for the day] (v)

EN NL Vertalingen voor call

	call (v) [description]		bestempelen als (v) [description]
	call (v) [description]		kwalificeren als (v) [description]
	call (v) [description] called call call called called		noemen (v) [description] genoemd noemt noemen noemde noemden
	call (v) [general] called call call called called		noemen (v) [general] genoemd noemt noemen noemde noemden
	call (v) [name - transitive] called call call called called		noemen (v) [name - transitive] genoemd noemt noemen noemde noemden
	call (v) [person] called call call called called		noemen (v) [person] genoemd noemt noemen noemde noemden
	call (v) [general] called call call called called		aanduiden (v) [general] aangeduid duidt aan duiden aan duidde aan duidden aan
	call (n) [telephone]		telefoontje (n) {n} [telephone]
	call (n) [telephone]		belletje (n) {n} [telephone]
	call (v) [telephone] called call call called called		opbellen (v) [telephone] opgebeld belt op bellen op belde op belden op

EN NL Vertalingen voor it

	it		het
	it (o) [pers. pron. - direct object]		het (o) [pers. pron. - direct object]
	it (o) [pers. pron. - subject]		het (o) [pers. pron. - subject]
	it		hij

EN NL Vertalingen voor a

	a (a) [indefinite determiner]		enig (a) [indefinite determiner]
	a		te
	a		in
	a		binnen
	a (o) [indefinite article]		een (o) {m} [indefinite article]
	a (a) [indefinite determiner]		een (a) {m} [indefinite determiner]
	a (a) [indefinite determiner]		een of ander (a) [indefinite determiner]
	a		per

EN NL Vertalingen voor day

	day		dag {m}
	day (n) [calendar]		dag (n) {m} [calendar]
	day (n v) [part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.]		dag (n v) {m} [part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.]
	day (n) [period]		dag (n) {m} [period]
	day		etmaal