Zoek woord zich vestigen in heeft 5 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
zich vestigen in (v) [huis] einziehen (v) [huis]
zich vestigen in (v) [huis] bewohnen (v) [huis]
zich vestigen in (v) [verblijfplaats] seinen Wohnsitz verlegen nach (v) [verblijfplaats]
zich vestigen in (v) [verblijfplaats] sich niederlassen in (v) [verblijfplaats]
zich vestigen in (v) [verblijfplaats] seinen Wohnsitz nehmen in (v) [verblijfplaats]

NL DE Vertalingen voor zich

zich selbst
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] versprechen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (n v) [put on clothes] anziehen (n v) [put on clothes]
zich (v) [establish financial position] festigen (v) [establish financial position]
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] verpatzen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] euch (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (v) sich (v)
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] sich (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] sich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] sich (o) [wederkerend voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor vestigen

vestigen (v) etablieren (v)

NL DE Vertalingen voor in

in (prep) [within a given time interval] unter (prep) [within a given time interval]
in (a) [mode] populär (a) [mode]
in (o) [in elk] in (o) [in elk]
in (a) [mode] in (a) [mode]
in (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
in (o) [richting] in (o) [richting]
in (n v) [to cut into small cubes] in (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [voorzetsel] in (o) [voorzetsel]
in (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
in (a) [gedrag] in Mode (a) [gedrag]