Zoek woord zich verzekeren heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
zich verzekeren (v) [zich vergewissen] nachsehen (v) [zich vergewissen]
zich verzekeren vergewissern (sich)
zich verzekeren (v) [zich vergewissen] sich vergewissern (v) [zich vergewissen]
zich verzekeren vergewissern (sich)

NL DE Vertalingen voor zich

zich selbst
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] versprechen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (n v) [put on clothes] anziehen (n v) [put on clothes]
zich (v) [establish financial position] festigen (v) [establish financial position]
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] verpatzen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] euch (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (v) sich (v)
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] sich (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] sich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] sich (o) [wederkerend voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor verzekeren

verzekeren (v) [dekken] decken (v) [dekken]
verzekeren (v) [belofte] versichern (v) [belofte]
verzekeren (v) [dekken] versichern (v) [dekken]
verzekeren (v) [garanderen] versichern (v) [garanderen]
verzekeren (v) [met klem beweren] versichern (v) [met klem beweren]
verzekeren (v) [algemeen] bestätigen (v) [algemeen]
verzekeren (v) [informatie] bestätigen (v) [informatie]
verzekeren (v) [informatie] beglaubigen (v) [informatie]
verzekeren (v) [met klem beweren] bekräftigen (v) [met klem beweren]
verzekeren (v) [met klem beweren] behaupten (v) [met klem beweren]