Zoek woord zich van kant maken heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
zich van kant maken (v) [misdaad] (informal) Selbstmord begehen (v) [misdaad]
zich van kant maken (informal) umbringen (sich)
zich van kant maken (v) [misdaad] (informal) sich umbringen (v) [misdaad]
zich van kant maken (informal) umbringen (sich)

NL DE Vertalingen voor zich

zich selbst
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] versprechen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (n v) [put on clothes] anziehen (n v) [put on clothes]
zich (v) [establish financial position] festigen (v) [establish financial position]
zich (n v) [to make a mistake in one’s lines] verpatzen (n v) [to make a mistake in one’s lines]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] euch (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (v) sich (v)
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] sich (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] sich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] sich (o) [wederkerend voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]

NL DE Vertalingen voor kant

kant (n) {m} Spitze (n) {f}
kant (n) [textiel] {m} Spitze (n) {f} [textiel]
kant (n) [rand] {m} Bord (n) {m} [rand]
kant (n v) [in graph theory: any of the pairs of vertices in a graph] {m} Kante (n v) {f} [in graph theory: any of the pairs of vertices in a graph]
kant (n) [rand] {m} Kante (n) {f} [rand]
kant (n v) [boundary line of a surface] {m} Rand (n v) {m} [boundary line of a surface]
kant (n) [rand] {m} Rand (n) {m} [rand]
kant (n) [weg] {m} Rand (n) {m} [weg]
kant (n) [woud] {m} Rand (n) {m} [woud]
kant (n) [rand] {m} Umrandung (n) {f} [rand]

NL DE Vertalingen voor maken

maken (v adj) [to put into existence] schaffen (v adj) [to put into existence]
maken (v n) [cause to become] treiben (v n) [cause to become]
maken (v) [aktie] tun (v) [aktie]
maken (v) [aktie] machen (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] machen (v) [algemeen]
maken (v) [winst] machen (v) [winst]
maken (v adj) [to put into existence] kreieren (v adj) [to put into existence]