Zoek woord wild groeien heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
wild groeien (v) [plantkunde] wild wachsen (v) [plantkunde]
wild groeien (v) [plantkunde] wuchern (v) [plantkunde]

NL DE Vertalingen voor wild

wild (a) [gedrag] {n} abenteuerlich (a) [gedrag]
wild (a) [gedrag] {n} gewagt (a) [gedrag]
wild (a) [gedrag] {n} leichtfertig (a) [gedrag]
wild (a) [gedrag] {n} riskant (a) [gedrag]
wild (a) [gedrag] {n} rücksichtslos (a) [gedrag]
wild (a) [gedrag] {n} tollkühn (a) [gedrag]
wild (a) [gedrag] {n} waghalsig (a) [gedrag]
wild (adj) [Marked by extreme and violent energy] {n} brutal (adj) [Marked by extreme and violent energy]
wild (adj) [Marked by extreme and violent energy] {n} wild (adj) [Marked by extreme and violent energy]
wild (adj n v) [Wild, not cultivated] {n} wild (adj n v) [Wild, not cultivated]

NL DE Vertalingen voor groeien

groeien (v) [(''transitive'') to cause something to become bigger] ziehen (v) [(''transitive'') to cause something to become bigger]
groeien (v) [(''transitive'') to cause something to become bigger] anbauen (v) [(''transitive'') to cause something to become bigger]
groeien (v) wachsen (v)
groeien (v) [(''intransitive'') to appear or sprout] wachsen (v) [(''intransitive'') to appear or sprout]
groeien (v) [(''intransitive'') to become bigger] wachsen (v) [(''intransitive'') to become bigger]
groeien (n adj v) [literary: grow] wachsen (n adj v) [literary: grow]
groeien (v) [persoon] wachsen (v) [persoon]
groeien (v) [plant] wachsen (v) [plant]
groeien (n adj v) [literary: grow] zunehmen (n adj v) [literary: grow]
groeien (v) [spanning] zunehmen (v) [spanning]