Zoek woord weer uitbreken heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
weer uitbreken (n) [situatie] {n} Wiederaufflackern (n) {n} [situatie]

NL DE Vertalingen voor weer

weer (o) [opnieuw] {n} abermals (o) [opnieuw]
weer (adv prep) [another time] {n} noch einmal (adv prep) [another time]
weer (o) [nog eens] {n} noch einmal (o) [nog eens]
weer (o) [nog eens] {n} nochmals (o) [nog eens]
weer (o) [opnieuw] {n} von neuem (o) [opnieuw]
weer (adv prep) [another time] {n} wieder (adv prep) [another time]
weer (adv prep) [back to a former place or state] {n} wieder (adv prep) [back to a former place or state]
weer (o) [nog eens] {n} wieder (o) [nog eens]
weer (o) [opnieuw] {n} wieder (o) [opnieuw]
weer (n) [action of protecting from attack] {n} Verteidigung (n) {f} [action of protecting from attack]

NL DE Vertalingen voor uitbreken

uitbreken befreien
uitbreken losreißen
uitbreken (v) [ontsnappen] ausbrechen (v) [ontsnappen]
uitbreken (v) [ontsnappen] sich losreißen (v) [ontsnappen]
uitbreken (v) [ontsnappen] sich befreien (v) [ontsnappen]
uitbreken befreien (sich)
uitbreken losreißen (sich)