Zoek woord waarschuwen voor heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
waarschuwen voor (v) [gevaar] warnen (v) [gevaar]
waarschuwen voor (v) [gevaar] aufmerksam machen auf (v) [gevaar]

NL DE Vertalingen voor waarschuwen

waarschuwen (v) [gevaar] alarmieren (v) [gevaar]
waarschuwen (v) [gevaar] warnen (v) [gevaar]
waarschuwen (v) [to make someone aware of impending danger] warnen (v) [to make someone aware of impending danger]
waarschuwen (v) [to notify someone of something untoward] warnen (v) [to notify someone of something untoward]
waarschuwen (n v) [to warn] warnen (n v) [to warn]
waarschuwen (v) [politie] in Kenntnis setzen (v) [politie]
waarschuwen (v) [politie] verständigen (v) [politie]
waarschuwen (v) [to make someone aware of impending danger] verständigen (v) [to make someone aware of impending danger]
waarschuwen (v) [algemeen] vorher warnen (v) [algemeen]
waarschuwen (n v) [to warn] verwarnen (n v) [to warn]

NL DE Vertalingen voor voor

voor (n adj v) [schedule] {m} planen (n adj v) [schedule]
voor (o) [algemeen] {m} zu (o) [algemeen]
voor (particle prep adv) [used to indicate purpose] {m} auf (particle prep adv) [used to indicate purpose]
voor (o) [tijd] {m} bis (o) [tijd]
voor (n) {m} für (n)
voor (o) [algemeen] {m} für (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} für (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [ruil] {m} für (o) [ruil]
voor (conj prep) [supporting] {m} für (conj prep) [supporting]
voor (prep adv conj) [earlier than in time] {m} vor (prep adv conj) [earlier than in time]