Zoek woord terug van voren af aan moeten beginnen heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
terug van voren af aan moeten beginnen (v) [algemeen] wieder von vorn anfangen müssen (v) [algemeen]

NL DE Vertalingen voor terug

terug (o) [richting] nach hinten (o) [richting]
terug (a) [richting] rückwärts (a) [richting]
terug (o) [richting] rückwärts (o) [richting]
terug (adj adv n v) [to or in a previous condition or place] zurück (adj adv n v) [to or in a previous condition or place]

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]

NL DE Vertalingen voor af

af (a) [klaar] abgeschlossen (a) [klaar]
af (a) [klaar] fertig (a) [klaar]

NL DE Vertalingen voor aan

aan (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
aan (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
aan (n) [denoting unit price] je (n) [denoting unit price]
aan (adv prep adj n v) [next] dran (adv prep adj n v) [next]

NL DE Vertalingen voor moeten

moeten (v) [noodzakelijkheid] brauchen (v) [noodzakelijkheid]
moeten (v) [hulpwerkwoord] müssen (v) [hulpwerkwoord]
moeten (v) [noodzakelijkheid] müssen (v) [noodzakelijkheid]
moeten (v) [waarschijnlijkheid] müssen (v) [waarschijnlijkheid]
moeten (v) [noodzakelijkheid] dürfen (v) [noodzakelijkheid]
moeten (v) [waarschijnlijkheid] dürfen (v) [waarschijnlijkheid]
moeten (v) sollen (v)
moeten (v n) [expressing obligation] sollen (v n) [expressing obligation]
moeten (v) [noodzakelijkheid] sollen (v) [noodzakelijkheid]
moeten (v n) [expressing obligation] sollte (v n) [expressing obligation]

NL DE Vertalingen voor beginnen

beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] starten (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [starten] starten (v) [starten]
beginnen (n v) [to begin] starten (n v) [to begin]
beginnen (v) [algemeen] einleiten (v) [algemeen]
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] anfangen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [aanvangen] anfangen (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] anfangen (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] anfangen (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] anfangen (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] anfangen (v) [starten]