Zoek woord terug te geven heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
terug te geven (a) [algemeen] rückgabepflichtig (a) [algemeen]

NL DE Vertalingen voor terug

terug (o) [richting] nach hinten (o) [richting]
terug (a) [richting] rückwärts (a) [richting]
terug (o) [richting] rückwärts (o) [richting]
terug (adj adv n v) [to or in a previous condition or place] zurück (adj adv n v) [to or in a previous condition or place]

NL DE Vertalingen voor te

te (o) [graad] allzu (o) [graad]
te (adv) [more than enough; ''as too much''] allzu (adv) [more than enough; ''as too much'']
te (n) zu (n)
te (o) [graad] zu (o) [graad]
te (particle prep adv) [infinitive-marker] zu (particle prep adv) [infinitive-marker]
te (adv) [more than enough; ''as too much''] zu (adv) [more than enough; ''as too much'']
te (particle prep adv) [infinitive-marker] nach (particle prep adv) [infinitive-marker]
te (particle prep adv) [infinitive-marker] -en (particle prep adv) [infinitive-marker] (particle prep adv)

NL DE Vertalingen voor geven

geven (v n) [transfer the possession of something to someone else] abgeben (v n) [transfer the possession of something to someone else]
geven (v) [wiskunde] lassen (v) [wiskunde]
geven (v) [voldoening] beibringen (v) [voldoening]
geven (v) [landbouw] tragen (v) [landbouw]
geven (v) [voorwerp] reichen (v) [voorwerp]
geven (v) [voorwerpen] reichen (v) [voorwerpen]
geven (v) geben (v)
geven (v) [algemeen] geben (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] geben (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] geben (v) [overhandigen]