Zoek woord sich in Schale werfen heeft 8 resultaten
DE Duits NL Nederlands
sich in Schale werfen [Kleidung] zich opdirken [Kleidung] (informal)
sich in Schale werfen (v) [Kleidung] zich opdirken (v) [Kleidung] (informal)
sich in Schale werfen [Kleidung] zich opkleden [Kleidung]
sich in Schale werfen (v) [Kleidung] zich opkleden (v) [Kleidung]
sich in Schale werfen [Kleidung] zich opdoffen [Kleidung]
DE Duits NL Nederlands
sich in Schale werfen (v) [Kleidung] zich opdoffen (v) [Kleidung]
sich in Schale werfen [Kleidung] zich uitdossen [Kleidung]
sich in Schale werfen (v) [Kleidung] zich uitdossen (v) [Kleidung]

DE NL Vertalingen voor sich

sich (o) [Reflexivpronomen - sing.] zich (o) [Reflexivpronomen - sing.]
sich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen] zich (o) [Reflexivpronomen]
sich (v) [Reflexivpronomen] zich (v) [Reflexivpronomen]
sich (v) [take action with respect to (someone or something)] behandelen (v) [take action with respect to (someone or something)]
sich (v n) [to pass from here to there; to transmit] verplaatsen (v n) [to pass from here to there; to transmit]
sich (v) [to hide (something)] wegrennen (v) [to hide (something)]
sich [allgemein] je [allgemein]
sich [allgemein] jij [allgemein]

DE NL Vertalingen voor in

in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in (v) [to provoke someone to do wrong] verleiden (v) [to provoke someone to do wrong]
in [Nähe] bij {m} [Nähe]
in (o) [Nähe] bij (o) {m} [Nähe]
in [Nähe] op [Nähe]
in (o) [Nähe] op (o) [Nähe]
in (adj adv) [on fire] in vuur en vlam (adj adv) [on fire]
in [Nähe] aan [Nähe]
in (o) [Nähe] aan (o) [Nähe]
in [Mode] in [Mode]

DE NL Vertalingen voor schale

Schale [Frucht] {f} schel {m} [Frucht]
Schale (n) [Frucht] {f} schel (n) {m} [Frucht]
Schale [Kartoffel] {f} schel {m} [Kartoffel]
Schale (n) [Kartoffel] {f} schel (n) {m} [Kartoffel]
Schale [Nuss] {f} dop {m} [Nuss]
Schale (n) [Nuss] {f} dop (n) {m} [Nuss]
Schale [Frucht] {f} vel {n} [Frucht]
Schale (n) [Frucht] {f} vel (n) {n} [Frucht]
Schale [Ei] {f} eierschaal {m} [Ei]
Schale (n) [Ei] {f} eierschaal (n) {m} [Ei]

DE NL Vertalingen voor werfen

werfen (v) [Jungtier] werpen (v) [Jungtier]
werfen (v) [bestimmt] werpen (v) [bestimmt]
werfen (v) [Tiere] werpen (v) [Tiere]
werfen (v) [Gegenstände] werpen (v) [Gegenstände]
werfen (v) [Abfall] dumpen (v) [Abfall]
werfen [Abfall] storten [Abfall]
werfen (v n) [to throw forcefully] werpen (v n) [to throw forcefully]
werfen [Tiere] krijgen [Tiere]
werfen (v) [Tiere] krijgen (v) [Tiere]
werfen (v) [Gegenstände] gooien (v) [Gegenstände]