Zoek woord salaris van een geestelijke heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
salaris van een geestelijke (n) [godsdienst] {n} Gehalt (n) {n} [godsdienst]
salaris van een geestelijke (n) [godsdienst] {n} Besoldung (n) {f} [godsdienst]

NL DE Vertalingen voor salaris

salaris (n) [baan] {n} Vergütung (n) {f} [baan]
salaris (n) [baan] {n} Einkünfte (n) [baan]
salaris (n v) [fixed amount of money paid on monthly or annual basis] {n} Gehalt (n v) {n} [fixed amount of money paid on monthly or annual basis]
salaris (n) [geld] {n} Gehalt (n) {n} [geld]
salaris (n) [godsdienst] {n} Gehalt (n) {n} [godsdienst]
salaris (n) [geld] {n} Lohn (n) {m} [geld]
salaris (n v) [money paid to a worker] {n} Lohn (n v) {m} [money paid to a worker]
salaris (n) [geld] {n} Besoldung (n) {f} [geld]
salaris (n) [godsdienst] {n} Besoldung (n) {f} [godsdienst]
salaris {n} Salär {n}

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]

NL DE Vertalingen voor een

een (n) {m} ein (n)
een (a) [algemeen] {m} ein (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} ein (a) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} ein (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} ein (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} ein (o) [onbepaald lidwoord]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} ein (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} eine (a) [algemeen]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} eine (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} eine (conj n prep) [indefinite article]

NL DE Vertalingen voor geestelijke

geestelijke (n) [godsdienst] {m} Geistliche (n) {m} [godsdienst]
geestelijke (n) [godsdienst] {m} Geistlicher (n) {m} [godsdienst]
geestelijke (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy] {m} Geistlicher (n) {m} [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy]
geestelijke (n) [godsdienst] {m} Pfarrer (n) {m} [godsdienst]
geestelijke (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy] {m} Pfarrer (n) {m} [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy]
geestelijke (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy] {m} Pastor (n) {m} [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy]
geestelijke (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy] {m} Seelsorger (n) {m} [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy]
geestelijke (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy] {m} Kleriker (n) {m} [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy]
geestelijke (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy] {m} Seelenhirt (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy]
geestelijke (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy] {m} Seelenhirte (n) [ordained (male) Christian minister, male member of the clergy]