Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / O / onderhoud onder vier ogen

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor onderhoud onder vier ogen

Zoek woord onderhoud onder vier ogen heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
onderhoud onder vier ogen (n) [gesprek] {n} Gespräch unter vier Augen (n) {n} [gesprek]

NL DE Vertalingen voor onderhoud

onderhoud (n) [familie] {n} Unterhaltung (n) {f} [familie]
onderhoud (n) {n} Unterhalt (n) {m}
onderhoud (n) [algemeen] {n} Unterhalt (n) {m} [algemeen]
onderhoud (n) [familie] {n} Unterhalt (n) {m} [familie]
onderhoud (n v) [maintenance; the act or effort of keeping something in good repair] {n} Unterhalt (n v) {m} [maintenance; the act or effort of keeping something in good repair]
onderhoud (n) [machinerie] {n} Instandhaltung (n) {f} [machinerie]
onderhoud (n) {n} Wartung (n) {f}
onderhoud (n) [machinerie] {n} Wartung (n) {f} [machinerie]
onderhoud (n v) [maintenance; the act or effort of keeping something in good repair] {n} Wartung (n v) {f} [maintenance; the act or effort of keeping something in good repair]
onderhoud (n) [vergadering] {n} Unterredung (n) {f} [vergadering]

NL DE Vertalingen voor onder

onder (prep) [Used to denote a mingling or intermixing] unter (prep) [Used to denote a mingling or intermixing]
onder (o) [algemeen] unter (o) [algemeen]
onder (prep adv adj) [beneath the surface of] unter (prep adv adj) [beneath the surface of]
onder (o) [graad] unter (o) [graad]
onder (o) [hoeveelheid] unter (o) [hoeveelheid]
onder (prep adv adj) [in a lower level than] unter (prep adv adj) [in a lower level than]
onder (prep adv adj) [subject of] unter (prep adv adj) [subject of]
onder (o) [voorzetsel] unter (o) [voorzetsel]
onder (o) [werk] unter (o) [werk]
onder (n v) [cause strain or anxiety] bedrücken (n v) [cause strain or anxiety]

NL DE Vertalingen voor vier

vier (a) {m} vier (a)
vier (a) [hoofdtelwoord] {m} vier (a) [hoofdtelwoord]
vier (o) [hoofdtelwoord] {m} vier (o) [hoofdtelwoord]
vier (num n) [the cardinal number 4] {m} vier (num n) [the cardinal number 4]
vier (n) [hoofdtelwoord] {m} Vier (n) {f} [hoofdtelwoord]