Zoek woord of in elk geval heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
of in elk geval (o) [algemeen] auf jeden Fall (o) [algemeen]
of in elk geval (o) [algemeen] jedenfalls (o) [algemeen]
of in elk geval (o) [algemeen] wenigstens (o) [algemeen]
of in elk geval (o) [algemeen] zumindest (o) [algemeen]

NL DE Vertalingen voor of

of (o) [algemeen] entweder ... oder (o) [algemeen]
of (n) oder (n)
of (o) [voegwoord] oder (o) [voegwoord]
of (v) ob (v)
of (o) [algemeen] ob (o) [algemeen]
of (conj) [if, whether or not] ob (conj) [if, whether or not]
of (conj) [introducing adverbial clause; no matter whether or not] ob (conj) [introducing adverbial clause; no matter whether or not]
of (conj) [introducing indirect questions] ob (conj) [introducing indirect questions]
of (determiner pronoun adv conj) [Introduces the first of two options] entweder (determiner pronoun adv conj) [Introduces the first of two options]
of (determiner pronoun adv conj) [one or the other] entweder (determiner pronoun adv conj) [one or the other]

NL DE Vertalingen voor in

in (prep) [within a given time interval] unter (prep) [within a given time interval]
in (a) [mode] populär (a) [mode]
in (o) [in elk] in (o) [in elk]
in (a) [mode] in (a) [mode]
in (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
in (o) [richting] in (o) [richting]
in (n v) [to cut into small cubes] in (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [voorzetsel] in (o) [voorzetsel]
in (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
in (a) [gedrag] in Mode (a) [gedrag]

NL DE Vertalingen voor elk

elk (determiner n) [every] alle (determiner n) [every]
elk (determiner) [all of a countable group] jeder (determiner) [all of a countable group]
elk (a) [determinator] jeder (a) [determinator]
elk (determiner n) [every] jeder (determiner n) [every]
elk (o) [voornaamwoord] jeder (o) [voornaamwoord]
elk (o) [per stuk] für jeden (o) [per stuk]
elk (o) [per stuk] je (o) [per stuk]
elk (o) [per stuk] pro Kopf (o) [per stuk]
elk (adv determiner n) [apiece] pro Stück (adv determiner n) [apiece]
elk (o) [per stuk] pro Stück (o) [per stuk]

NL DE Vertalingen voor geval

geval (n) [feit] {n} Beispiel (n) {n} [feit]
geval (n) [algemeen] {n} Situation (n) {f} [algemeen]
geval (n) {n} Fall (n) {m}
geval (n) [algemeen] {n} Fall (n) {m} [algemeen]
geval (n) [feit] {n} Fall (n) {m} [feit]
geval (n) [geneeskunde] {n} Fall (n) {m} [geneeskunde]
geval (n adj v) [instance or event as a topic of study] {n} Fall (n adj v) {m} [instance or event as a topic of study]
geval (n) {n} Kasus (n) (m)