Zoek woord met razende snelheid rijden heeft 5 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
met razende snelheid rijden (v) [verkeer] sausen (v) [verkeer]
met razende snelheid rijden (v) [verkeer] rasen (v) [verkeer]
met razende snelheid rijden (v) [verkeer] in rasendem Tempo fahren (v) [verkeer]
met razende snelheid rijden (v) [verkeer] mit Vollgas fahren (v) [verkeer]
met razende snelheid rijden (v) [verkeer] wild drauflosfahren (v) [verkeer]

NL DE Vertalingen voor met

met (o) [algemeen] im Vergleich zu (o) [algemeen]
met (v n) [to engage in combat] kämpfen (v n) [to engage in combat]
met (prep) [against] gegen (prep) [against]
met (prep adv adj n) [indicating amount of progression] um (prep adv adj n) [indicating amount of progression]
met (adv prep adj n v) [facing upwards] hoch (adv prep adj n v) [facing upwards]
met (n) mit (n)
met (prep) [against] mit (prep) [against]
met (o) [algemeen] mit (o) [algemeen]
met (prep) [by means of] mit (prep) [by means of]
met (o) [eigenschap] mit (o) [eigenschap]

NL DE Vertalingen voor snelheid

snelheid (n) {f} Geschwindigkeit (n) {f}
snelheid (n) [algemeen] {f} Geschwindigkeit (n) {f} [algemeen]
snelheid (n v) [rate of motion] {f} Geschwindigkeit (n v) {f} [rate of motion]
snelheid (n) [technisch] {f} Geschwindigkeit (n) {f} [technisch]
snelheid (n) [vector quantity] {f} Geschwindigkeit (n) {f} [vector quantity]
snelheid (n) [algemeen] {f} Schnelligkeit (n) {f} [algemeen]
snelheid (n v) [rapidity] {f} Schnelligkeit (n v) {f} [rapidity]
snelheid (n v) [rate of motion] {f} Schnelligkeit (n v) {f} [rate of motion]
snelheid (n) [technisch] {f} Schnelligkeit (n) {f} [technisch]
snelheid (n) [algemeen] {f} Tempo (n) {n} [algemeen]

NL DE Vertalingen voor rijden

rijden (v) [voertuigen] Auto fahren (v) [voertuigen]
rijden (v) [auto's] fahren (v) [auto's]
rijden (v n) [convey (a person, etc) in a wheeled motorized vehicle] fahren (v n) [convey (a person, etc) in a wheeled motorized vehicle]
rijden (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)] fahren (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)]
rijden (v n) [to be transported in a vehicle as a passenger] fahren (v n) [to be transported in a vehicle as a passenger]
rijden (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.] fahren (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.]
rijden (v) [voertuigen] fahren (v) [voertuigen]
rijden (v) reiten (v)
rijden (v) [paardrijden] reiten (v) [paardrijden]
rijden (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.] reiten (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.]