Zoek woord maat heeft 26 resultaten
NL Nederlands DE Duits
maat (n) [man] {m} Partner (n) {m} [man]
maat (n) [grootte] {m} Maße (n) {f} [grootte]
maat (n) [schoenen] {m} Größe (n) {f} [schoenen]
maat (n) [kleding] {m} Größe (n) {f} [kleding]
maat (n) [hoed] {m} Größe (n) {f} [hoed]
NL Nederlands DE Duits
maat (n) {m} Größe (n) {f}
maat (n) [vriendschap - man] {m} Freund (n) {m} [vriendschap - man]
maat (n) [maten - gewichten] {m} Maß (n) {n} [maten - gewichten]
maat (n) {m} Maß (n) {n}
maat (n) [vriendschap - man] {m} Kumpan (n) {m} [vriendschap - man]
maat (n) [man] {m} Kumpan (n) {m} [man]
maat (n) [man] {m} Gefährte (n) {m} [man]
maat (n) [muziek] {m} Tempo (n) {n} [muziek]
maat (n) [slang: term of address for a man] {m} Alter (n) {n} [slang: term of address for a man]
maat (n) [vriendschap - man] {m} Kumpel (n) {m} [vriendschap - man]
maat (n) [man] {m} Kumpel (n) {m} [man]
maat (n v) [informal address to a stranger] {m} Kumpel (n v) {m} [informal address to a stranger]
maat (n v) [friend or casual acquaintance] {m} Kumpel (n v) {m} [friend or casual acquaintance]
maat (n) [man] {m} Kompagnon (n) {m} [man]
maat (n) [vriendschap - man] {m} Kamerad (n) {m} [vriendschap - man]
maat (n) [man] {m} Kamerad (n) {m} [man]
maat (n) [companion in battle, fellow soldier] {m} Kamerad (n) {m} [companion in battle, fellow soldier]
maat (n) [muziek] {m} Takt (n) {m} [muziek]
maat (n v prep) [music: section of a staff] {m} Takt (n v prep) {m} [music: section of a staff]
maat (n) {m} Takt (n) {m}
NL Synoniemen voor maat DE Vertalingen
ritme [maat] n rytm {m}
maatje [maatbeker] przyjaciółka {f}
inhoud [hoeveelheid] m treść {f}
maatstaf [eenheid] m standard
grootte [afmeting] f wielkość {f}
hoogte [breedte] f wysokość {f}
lengte [breedte] f długość {f}
makker [kameraad] m kompan {m}
metgezel [kameraad] m kompan {m}
matroos [matroos] m marynarz {m}
standaard [criterium] m standard
formaat [belang] n format
hoeveelheid [entiteit] f kwota {f}
eenheid [entiteit] f łączność {f}
grens [beperking] m granica {f}
begrenzing [beperking] f przymus {m}
beperking [begrenzing] f warunek {m}
DE Duits NL Nederlands
Maat {m} Maät