Zoek woord in minder dan geen tijd heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
in minder dan geen tijd (o) [periode] im Handumdrehen (o) [periode]
in minder dan geen tijd (o) [periode] im Nu (o) [periode]

NL DE Vertalingen voor in

in (prep) [within a given time interval] unter (prep) [within a given time interval]
in (a) [mode] populär (a) [mode]
in (o) [in elk] in (o) [in elk]
in (a) [mode] in (a) [mode]
in (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
in (o) [richting] in (o) [richting]
in (n v) [to cut into small cubes] in (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [voorzetsel] in (o) [voorzetsel]
in (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
in (a) [gedrag] in Mode (a) [gedrag]

NL DE Vertalingen voor minder

minder (determiner) [comparative of '''few'''; a smaller number] weniger (determiner) [comparative of '''few'''; a smaller number]
minder (o) [graad] weniger (o) [graad]
minder (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] weniger (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
minder (o) [onbepaald voornaamwoord] weniger (o) [onbepaald voornaamwoord]

NL DE Vertalingen voor dan

dan (v) als (v)
dan (conj prep adv) [Introduces a comparison] als (conj prep adv) [Introduces a comparison]
dan (o) [vergelijking] als (o) [vergelijking]
dan (adv adj n) [soon afterward] anschließend (adv adj n) [soon afterward]
dan (adv adj n) [next in order] danach (adv adj n) [next in order]
dan (adv adj n) [soon afterward] danach (adv adj n) [soon afterward]
dan (n) dann (n)
dan (o) [gevolg] dann (o) [gevolg]
dan (adv adj n) [in that case] dann (adv adj n) [in that case]
dan (adv adj n) [soon afterward] dann (adv adj n) [soon afterward]

NL DE Vertalingen voor geen

geen (a) [bepalend woord - enkelvoud] keines (a) [bepalend woord - enkelvoud]
geen (n) kein (n)
geen (a) [algemeen] kein (a) [algemeen]
geen (a) [bepalend woord - enkelvoud] kein (a) [bepalend woord - enkelvoud]
geen (o) [algemeen] keine (o) [algemeen]
geen (a) [bepalend woord - enkelvoud] keine (a) [bepalend woord - enkelvoud]
geen (a) [bepalend woord - meervoud] keine (a) [bepalend woord - meervoud]

NL DE Vertalingen voor tijd

tijd (n v) [particular period of time in history] {m} Periode (n v) {f} [particular period of time in history]
tijd (n v) [particular period of time in history] {m} Epoche (n v) {f} [particular period of time in history]
tijd (n) [verleden] {m} Epoche (n) {f} [verleden]
tijd (n) [verleden] {m} Zeitalter (n) {n} [verleden]
tijd (n) {m} Zeit (n) {f}
tijd (n) [algemeen] {m} Zeit (n) {f} [algemeen]
tijd (n) [duur] {m} Zeit (n) {f} [duur]
tijd (n) [horloge] {m} Zeit (n) {f} [horloge]
tijd (n) [linguïstiek] {m} Zeit (n) {f} [linguïstiek]
tijd (int n v) [measurement of a quantity of time] {m} Zeit (int n v) {f} [measurement of a quantity of time]