Zoek woord in een benarde toestand zitten heeft 3 resultaten
Ga naar

NL DE Vertalingen voor in

in (prep) [within a given time interval] unter (prep) [within a given time interval]
in (a) [mode] populär (a) [mode]
in (o) [in elk] in (o) [in elk]
in (a) [mode] in (a) [mode]
in (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
in (o) [richting] in (o) [richting]
in (n v) [to cut into small cubes] in (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [voorzetsel] in (o) [voorzetsel]
in (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
in (a) [gedrag] in Mode (a) [gedrag]

NL DE Vertalingen voor een

een (n) {m} ein (n)
een (a) [algemeen] {m} ein (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} ein (a) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} ein (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} ein (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} ein (o) [onbepaald lidwoord]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} ein (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} eine (a) [algemeen]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} eine (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} eine (conj n prep) [indefinite article]

NL DE Vertalingen voor toestand

toestand (n) [omstandigheden] {m} Situation (n) {f} [omstandigheden]
toestand (n) {m} Beschaffenheit (n) {f}
toestand (n v) [state of an object] {m} Beschaffenheit (n v) {f} [state of an object]
toestand (n) {m} Zustand (n) {m}
toestand (n) [algemeen] {m} Zustand (n) {m} [algemeen]
toestand (n) [omstandigheden] {m} Zustand (n) {m} [omstandigheden]
toestand (n v) [state of an object] {m} Zustand (n v) {m} [state of an object]
toestand (n v) [status or condition] {m} Zustand (n v) {m} [status or condition]
toestand (n) [uiterlijk] {m} Zustand (n) {m} [uiterlijk]
toestand (n v) [status or condition] {m} Form (n v) {f} [status or condition]

NL DE Vertalingen voor zitten

zitten (v) setzen (v)
zitten (v) [houding] sitzen (v) [houding]
zitten (v n) [of a person, be in a position in which the upper body is upright and the legs are supported] sitzen (v n) [of a person, be in a position in which the upper body is upright and the legs are supported]
zitten (v) [occupy a place] sein (v) [occupy a place]
zitten (v) [to exist] es gibt (v) [to exist]