Zoek woord entziehen (sich) heeft eén resultaat
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
entziehen (sich) [Aufgabe] zich onttrekken aan [Aufgabe]

DE NL Vertalingen voor entziehen

entziehen (v) [remove, stop providing] intrekken (v) [remove, stop providing]
entziehen [entkommen] ontsnappen aan [entkommen]
entziehen (v) [entkommen] ontsnappen aan (v) [entkommen]
entziehen [chemisch] afscheiden [chemisch]
entziehen (v) [chemisch] afscheiden (v) [chemisch]
entziehen [entkommen] ontwijken {n} [entkommen]
entziehen (v) [entkommen] ontwijken (v) {n} [entkommen]
entziehen [chemisch] onttrekken [chemisch]
entziehen (v) [chemisch] onttrekken (v) [chemisch]
entziehen (v) [Aufgabe] zich onttrekken aan (v) [Aufgabe]

DE NL Vertalingen voor sich

sich (o) [Reflexivpronomen - sing.] zich (o) [Reflexivpronomen - sing.]
sich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen] zich (o) [Reflexivpronomen]
sich (v) [Reflexivpronomen] zich (v) [Reflexivpronomen]
sich (v) [take action with respect to (someone or something)] behandelen (v) [take action with respect to (someone or something)]
sich (v n) [to pass from here to there; to transmit] verplaatsen (v n) [to pass from here to there; to transmit]
sich (v) [to hide (something)] wegrennen (v) [to hide (something)]
sich [allgemein] je [allgemein]
sich [allgemein] jij [allgemein]