Zoek woord eine Erklärung geben heeft 6 resultaten
DE Duits NL Nederlands
eine Erklärung geben [Verantwortung] verantwoording afleggen [Verantwortung]
eine Erklärung geben (v) [Verantwortung] verantwoording afleggen (v) [Verantwortung]
eine Erklärung geben [Verantwortung] zich verantwoorden [Verantwortung]
eine Erklärung geben (v) [Verantwortung] zich verantwoorden (v) [Verantwortung]
eine Erklärung geben [Verantwortung] rekenschap geven [Verantwortung]
DE Duits NL Nederlands
eine Erklärung geben (v) [Verantwortung] rekenschap geven (v) [Verantwortung]

DE NL Vertalingen voor eine

eine [indefinites Determinativ] enig [indefinites Determinativ]
eine (a) [indefinites Determinativ] enig (a) [indefinites Determinativ]
eine [indefinites Determinativ] een zekere [indefinites Determinativ]
eine (a) [indefinites Determinativ] een zekere (a) [indefinites Determinativ]
eine [indefinites Determinativ] één of andere [indefinites Determinativ]
eine (a) [indefinites Determinativ] één of andere (a) [indefinites Determinativ]
eine [Kardinalzahl] een {m} [Kardinalzahl]
eine (o) [Kardinalzahl] een (o) {m} [Kardinalzahl]
eine [allgemein] een {m} [allgemein]
eine (a) [allgemein] een (a) {m} [allgemein]

DE NL Vertalingen voor erklärung

Erklärung (n) [offizielle Mitteilung] {f} verklaring (n) {f} [offizielle Mitteilung]
Erklärung (n) [Mitteilung] {f} verklaring (n) {f} [Mitteilung]
Erklärung (n) [Verantwortung] {f} verklaring (n) {f} [Verantwortung]
Erklärung (n) [Auskunft] {f} verklaring (n) {f} [Auskunft]
Erklärung (n) [allgemein] {f} verklaring (n) {f} [allgemein]
Erklärung (n) {f} toelichting (n) {f}
Erklärung (n) {f} uitlegging (n)
Erklärung (n) [Kommentar] {f} toelichting (n) {f} [Kommentar]
Erklärung (n) [Auskunft] {f} toelichting (n) {f} [Auskunft]
Erklärung (n) [allgemein] {f} verkondiging (n) {f} [allgemein]

DE NL Vertalingen voor geben

geben (v) [hineintun] geven (v) [hineintun]
geben (v) [Spiele - Karten] geven (v) [Spiele - Karten]
geben (v) [liefern] geven (v) [liefern]
geben (v) [allgemein] geven (v) [allgemein]
geben (v) [Geschenk] geven (v) [Geschenk]
geben (v) [reichen] geven (v) [reichen]
geben (v) [Gegenstand] geven (v) [Gegenstand]
geben (v) [existieren] existeren (v) [existieren]
geben (v) [existieren] bestaan (v) {n} [existieren]
geben (v) [reichen] verstrekken (v) [reichen]