Zoek woord bezeten van heeft 5 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
bezeten van (o) [gevoelens] aus auf (o) [gevoelens]
bezeten van (o) [gevoelens] gierig nach (o) [gevoelens]
bezeten van (o) [gevoelens] versessen auf (o) [gevoelens]
bezeten van (o) [gevoelens] erpicht auf (o) [gevoelens]
bezeten van (o) [gevoelens] begierig auf (o) [gevoelens]

NL DE Vertalingen voor bezeten

bezeten (a) [gedachte] gequält (a) [gedachte]
bezeten (a) [persoon] besessen (a) [persoon]
bezeten (a) [psychologie] besessen (a) [psychologie]
bezeten (a) [gedachte] geplagt (a) [gedachte]
bezeten (adj) [fast, frantic, harried, or frenzied] frenetisch (adj) [fast, frantic, harried, or frenzied]
bezeten (adj) [fast, frantic, harried, or frenzied] phrenetisch (adj) [fast, frantic, harried, or frenzied]

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]