Zoek woord Bescheid wissen heeft eén resultaat
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
Bescheid wissen Tijdstroom

DE NL Vertalingen voor wissen

Wissen (n) [Fakt] {n} kennis (n) {m} [Fakt]
Wissen (n) [allgemein] {n} kennis (n) {m} [allgemein]
Wissen (n) [Fakt] {n} weten (n) [Fakt]
Wissen [allgemein] {n} kennis {m} [allgemein]
Wissen (n) [knowledge gained through study or practice] {n} kennis (n) {m} [knowledge gained through study or practice]
Wissen (n) [knowledge gained through study or practice] {n} ervaring (n) {f} [knowledge gained through study or practice]
Wissen (n) [fact of knowing something] {n} weten (n) [fact of knowing something]
Wissen [Geheimnis] {n} medeweten {n} [Geheimnis]
Wissen (n) [Geheimnis] {n} medeweten (n) {n} [Geheimnis]
Wissen (n) [fact of knowing something] {n} wetenschap (n) {f} [fact of knowing something]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor bescheid wissen NL Vertalingen
können [beherrschen] kunnen
wissen [beherrschen] weten
bringen [beherrschen] brengen
verstehen [beherrschen] overweg komen {Ü|nl|}
kennen [beherrschen] kennen
überblicken [beherrschen] uitzien op
gewachsen sein [beherrschen] bolwerken
in der Lage sein [beherrschen] in staat zijn te (v)
erkennen [durchblicken] onderkennen
erfassen [durchblicken] vasthouden
übersehen [durchblicken] over het hoofd zien
durchsehen [durchblicken] bewerken {n}
Wissen [Bescheid wissen] n kennis {m}
beherrschen [fähig sein] in toom houden
bewältigen [fähig sein] meesteren
meistern [fähig sein] beheersen
fertig bringen [fähig sein] fiksen (informal)
begreifen [übersehen] begrijpen
durchschauen [übersehen] verstaan
zurechtkommen [übersehen] uit de voeten kunnen