Zoek woord alledaags heeft 18 resultaten
NL Nederlands DE Duits
alledaags (adj n) [commonplace, ordinary] gemein (adj n) [commonplace, ordinary]
alledaags (adj) [ordinary] nullachtfünfzehn (adj) [ordinary] (adj)
alledaags (adj n) [appropriate for ordinary use, rather than for special occasions] Alltags- (adj n) [appropriate for ordinary use, rather than for special occasions]
alledaags (a) [eenvoudig] heimisch (a) [eenvoudig]
alledaags (a) [gebeurtenis] üblich (a) [gebeurtenis]
NL Nederlands DE Duits
alledaags (a) [gebeurtenis] alltags- (a) [gebeurtenis]
alledaags (a) [eenvoudig] schlicht (a) [eenvoudig]
alledaags (a) [gewoon] gewöhnlich (a) [gewoon]
alledaags (a) [gebeurtenis] gewöhnlich (a) [gebeurtenis]
alledaags (a) [banaal] banal (a) [banaal]
alledaags (a) [gewoon] alltäglich (a) [gewoon]
alledaags (a) [gebeurtenis] alltäglich (a) [gebeurtenis]
alledaags (a) [eenvoudig] alltäglich (a) [eenvoudig]
alledaags (adj n) [commonplace, ordinary] alltäglich (adj n) [commonplace, ordinary]
alledaags (a) [belangrijkheid] alltäglich (a) [belangrijkheid]
alledaags (a) [banaal] alltäglich (a) [banaal]
alledaags (adj n) [appropriate for ordinary use, rather than for special occasions] alltäglich (adj n) [appropriate for ordinary use, rather than for special occasions]
alledaags (a) [gebeurtenis] banal (a) [gebeurtenis]
NL Synoniemen voor alledaags DE Vertalingen
banaal [gewoon] banale
eenvoudig [gewoon] opportuno
onopvallend [gewoon] senza dare nell'occhio
informeel [gemeenzaam] sportivo {m}
dagelijks [alledaags] tutti i giorni
gewoon [triviaal] grossolana (adj)
afgezaagd [banaal] sdolcinato
ordinair [banaal] sgargiante
plat [banaal] bucata (adj adv n v)
vulgair [banaal] indecente